Kroeshaar 2 Minks wekelijkse column 27-1-2021

Hamburgerhel. Minks wekelijkse column 13-1-2021
Zoals de meesten van u door mijn ‘propaganda’ weten overleeft het café deze barre tijd door de verkoop van saté en burgers.
Het liep de laatste weken wat terug, dus tijd voor actie.
Reclame is het toverwoord, machtige raderen zetten zich in beweging.
Als proef werd een nieuw wervingsinstrument ingezet, welke we uit concurrentieoverwegingen toch maar even niet zullen noemen.
Donderdag, meestal valt die wel mee, makkelijk te doen met twee ijzervreters, waaronder ikzelf als semi-succesvolle chefkok.
In tegenstelling tot andere dagen waren al wat ordertjes vooruit besteld, daar zochten we niets achter, dat kwam wel vaker voor.
Eerst een bakkie koffie en dan gaan we los. Doe de voorbereiding, start de oven en de frituur, de gebruikelijke hoeveelheden saté en burgers staan vers klaar en als het moet is er een backup voorraad.
Tis goed te doen zo van 17.00 tot 20.00 uur, een kind kan de was doen.
De eerste bestellingen gaan er uit, radio aan, we lachen, het gaat top. Dan nadert het spitsuur, dat zijn we gewend, je moet gewoon ff wat sneller, geen echt probleem alleen blijven bestellingen onophoudelijk binnen komen, een soort van onrust groeit maar de controle blijft.
De hulptroepen melden zich, het houdt niet op, ’t wordt echt te veel.
Het loopt uit de klauwen, een golf overspoelt ons, we gaan flink nat.
Ons satéparadijs verandert plotseling in een king size hamburgerhel.
Het liefst had ik in een hoekje zittend met mijn handen op de oren geschreeuwd: “ik wil niet meer, ik wil niet meer” maar er was geen tijd.
De radeloosheid nabij gaan we, fel strijdend, onverschrokken door.
Opgeven is geen optie, mensen bellen over hun bestelling, koortsachtig werken we met de moed der wanhoop door. En dan ineens is de saté op, even daarna de hamburgers, tis klaar, alles is uitverkocht x 2.
Alsof een termietenplaag neerstreek en ging, bleef alles kaal achter.
Sissende getuige was een oudbakken patatje dobberend in frituurvet.
De schade bleek kleiner dan we, in onze vliegende paniek, dachten.
Wat telefoontjes met excuses namen de meesten, een enkeling daargelaten, sportief op. Ze gunden ons in deze tijd de goede omzet.
Wat kan ik nog zeggen, ondanks onze ervaring ging het mis.
Ok, het lek is boven, dank aan mijn held, heldinnen en begripvollen voor de bijstand tijdens het schroeien in deze hamburgerhel.
Tekst: Mink Out. De bundel nu verkrijgbaar: www.conckshop.nl
Stoelen met namen. Minks wekelijkse column 6-1-2021
Net nadat ‘Cor’ voor de 1e keer mijn zaak sloot, kreeg ik van een vriend een berg houten caféstoeltjes, voor niets af te halen.
Ze hadden zelf nieuwe gekocht. “Wel alles meenemen, gooi het puin weg, hou je zat over, zit jij er voorlopig weer netjes bij”.
Het café bevond zich ergens langs een oude binnenstadse gracht.
Niemand om te helpen dus stond (nou ja stond) ik er alleen voor.
Liep ik dan, met zo’n 100, slecht stapelbare, stoeltjes van achteruit die zaak naar buiten tot 50 meter verder voorbij de verkeerspollers.
Parkeerwachters cirkelden als gieren in het rond, hun snavels dreigend klaar om mijn portomonaie te roven. Ze gedoogden angstzaaiend kort. Een martelgang, sjouwen met 100 stoelen en geen tijd om ff te zitten.
Na een strikte selectie, bleven er 25 zeer puike stoeltjes over. Genoeg voor mijn café, zeker gezien het hardnekkig nieuwe normaal.
Enkele stoeltjes hadden op de rugleuning een plaatje opgeschroefd gekregen met naam en bijnaam. Zoals daar waren: Jeanette van Leeuwen (Long blond animal), Bob De Kwaadsteniet (Prince Charming), Daan van Dattem (P.I.M.P.), Bernd Brand (Marlboroman), Dolf van Kalmthout (The Peacekeeper), Fleur de Vlieger (Barfly).
Losse schroeven aandraaiend ging mijn nieuwsgierigheid met me aan de haal. Wie waren het, hoe zagen ze er uit, hadden ze wat met elkaar?
Mijn fantasie nam de vrije loop: Jeanette van Leeuwen en Fleur de Vlieger op het terras, hun lokkende luxe slechts spaarzaam bedekt.
Verzengende zon en verslindende blikken doen hun verhittend werk.
Daan van Dattum gaat iets te ver. Brend Brand gooit hem de inhoud van zijn bierglas in het gezicht, de boel dreigt uit de hand te lopen.
Bob De Kwaatsteniet komt tussenbeide en samen met Dolf van Kalmthout forceren ze een flinterdunne rust .
De sfeer verpest, Jeanette en Fleur hyperen ‘prive’ op de dames. De verhitte mannendiscussie ebt weg met een golf verkoelend bier.
Een schoorvoetend excuus, zwalkend naar huis. ‘t Was een hele dag.
Al wat nodig is zijn fantasie en een paar caféstoeltjes met namen.
Tekst: Mink Out. Bundel verkrijgbaar: www.conckshop.nl
Deja vu. Minks wekelijkse column 30-12-2020
Eenmaal per week op zaterdag ging ze met haar trompetkoffer naar het jeugdorkest, ze kwam er graag en speelde best goed.
Er hing dat onderling enthousiasme van zo’n EO jongerendag, alleen hier was niet God maar de muziek het gezamenlijk doel.
Regelmatig een uitvoering, soms in het buitenland, verleden jaar China. Dan liep ze daar dan, de frêle tiener in zo’n kolossale zaal met die lampen en mensen, mudjevol. Nerveus met het gevoel van een popster. Ze was het enige meisje tussen 5 boomgrote tienertrompetters.
Ze werd op handen gedragen, was één van hen maar ook weer niet.
’t Was toch een meisje, het gesprek stokte vaak net als zij plaatsnam.
De laatste tijd had ze een soort van onrust. In de korte pauzes tussen hun blaaspartijen door staarde ze glazig richting de strijkers.
Ze was gebiologeerd door de celliste in de wijde zwartfluwelen jurk. De chemie tussen de vrouw en haar cello was een boeiend spektakel.
Met gesloten ogen bespeelde deze het snaarinstrument dat zich met het vertrouwen van een kind af en toe rustend tegen de schouder staand tussen haar dijen had genesteld.
Het ene moment intens en teder als een moeder met haar zuigeling, het andere moment woest en onstuimig als een ware furie.
Tijdens de delicate stukken legde ze zo nu en dan haar oor tegen zijn hals om het raffinement der tonen diep tot zich door te laten dringen.
t’ Had veel weg van een tango, geliefden die elkaar vonden in een wisselwerking van woeste passie en delicate precisie, erotisch bijna.
Dit instrument bood veel meer ruimte voor expressie dan de starre trompet, die zich in veel mindere mate leende voor zachte tederheid.
Het verlangen naar de cello werd steeds heftiger en om niet te eindigen als droeftoeter moest ze toch een beslissing nemen.
Regelmatig kwam ze in situaties die ze al eerder gedroomd had.
Ja, ja, een deja vu. Raar en soms ook wel erg verontrustend.
Je besefte het pas wanneer het daadwerkelijk gebeurde.
Zou ze het bespelen van de cello al onbewust gedroomd hebben?
De deja vu van het kopen der wijde zwartfluwelen jurk was onlangs al wel voorbijgekomen ;-).
Tekst: Mink Out. Bundel nu verkrijgbaar: www.conckshop.nl
Positief. Minks wekelijkse column 24-12-2020
Aan het einde van de tunnel was het weer gelijk aan de stemming van afgelopen jaar, de sombere regen viel in bakken neer.
De cafébaas zit in het duister aan een biertje dat nog net niet over de datum is. De muizen liggen morsdood voor de brandkast.
De berg onbetaalde facturen voelt als een roofdier, ready for the kill.
Een papieren tijger, maar zeker niet minder gevaarlijk dan een echte, vastberaden om de levenslust van deze cafébaas abrupt te beëindigen.
Horeca, de hoek waar de klappen vallen. Als oude Schilderswijker was hij het knokken wel gewend, maar deze strijd is lastig te winnen.
Een groter terras aan het water had zijn cafeetje van de ondergang kunnen redden. Een vergunning voor een paar maanden, meer niet.
Eventuele verlenging was een langzaam, onzeker proces waarin de drie beslissende instanties niet over één nacht ijs gingen en konden.
Vanuit het donker keek hij naar de regenachtige vaagheid buiten.
De terrasmeubels, van geleend geld, verpieterden bijna ongebruikt.
De biertjestappert deed optimistisch, dat voelde best en ging vanzelf.
Die ‘Cor’ had hem een leuk kunstje geflikt. Eindelijk zijn schaapjes op het droge, laat die Covidklootzak de hele wereld onderlopen.
Zijn brievenbusfobie uit vroeger tijden was ook weer terug. Uit angst voor nog meer rekeningen was hij als de dood, deze dagelijks te legen.
Met zijn 63 lentes werd hij er ook niet jonger op, dadelijk kerstavond.
Normaal deed hij het kerstverhaal met van die lullige sterretjes en spuitsneeuw, altijd weer lachen maar dit jaar, ach vult u zelf maar in.
Als het zo doorging moest hij het strijdtoneel aan de Hoekweg, na 27 jaar sappelen, alsnog met de staart tussen zijn benen verlaten.
Getergd door deze zorgen was hij na een paar uurtjes slaap weer veel te vroeg wakker, half acht. Zijn mobiel ging, een gesprek uit Delft, zal wel weer zo’n oplichtende energieverkoper zijn, toch maar ff opnemen.
“Goedendag meneer Out, Leen Dijkstra hier, Hoogheemraadschap.
Uw aanvraag voor een terrasvergunning langs de Trekvliet is positief beoordeeld, ik heb hem u toe gemaild, prettige feestdagen nog”.
En dit keer overwon de cafébaas zijn innerlijke huisvrouw en schoot niet vol, dat gebeurde pas uitgebreid toen het gesprek beëindigd was.
Raer maer waer de Conckelaer en doe nu de sneeuw en sterren maer.
Tekst: Mink Out. Bundel (2e druk) nu te bestellen: www.conckshop.nl
De goede kant op. Minks wekelijkse column 16-12-2020
Nou, nog een paar maanden en dan hebben we het ergste van Cor gehad. Het vaccin wordt ijs – en ijskoud aanbevolen.
Nu nog een paar weekjes die lockdown zodat we de boel weer beter onder controle krijgen en dan zullen op termijn weer ‘vrij’ zijn.
Het wordt een karige kerst, maar met een paar mensen onder elkaar is het toch ook wel weer lekker intiem, zo’n mens of vier met kaarslicht.
Ik heb een paar kleinschalige afspraakjes. Verheug me er zeer op.
Eindelijk een kans om de dranken en spijzen lekker ongegeneerd, met maar een paar mensen, weg te proppen tot je klapt.
Ook hét excuus om een vreemde zeker die verdwaald is zeker niet aan je tafel te hoeven noden. Is de kerst-nachtrust ook weer geborgd.
Wat erg helpt, althans mij dan, is in tijden van schaarste te denken aan dingen zoals ze zouden kunnen zijn. Voorbeeld uit mijn diensttijd.
We stonden midden in de nacht met vriesvoeten en halve puptentjes tussen de bomen van een of ander door god verlaten Duits bos.
De moraal was samen met de temperatuur tot het 0 punt gedaald.
Als regelmatige animator, toen ook alweer, riep ik de koukleumenden bij elkaar en praatte ze naar een betere denkbeeldige situatie.
Over warme zachte banken, schaars geklede, druiventrossen voerende nimfen met glazen wijn, welke al gauw veranderden in bier natuurlijk.
Langzamerhand deden de maten hun duit in het zakje van dit langzaam opdoemend, bijna aanraakbaar, paradijsje. De sfeer werd veel beter.
We pikten, gesteund door wat zou kunnen, de shit, het helpt echt.
Komt tie: je zit, in het oude normaal, op een terrasje langs het water.
Een vriendelijk hulpstuk:-) brengt je een ‘stange’ Weizenbier.
Door het zonlicht kleurt dit troebel vocht schitterend goudgeel.
Te zware druppels trekken traag sporen langs de schacht van het glas.
Je zet de kelk aan je lippen en klokt een derde van het koele, licht bitter vocht in ene naar binnen. Ahhhhhhhhhh, je zet het glas neer en veegt een schuimsnor af. Je sluit de ogen en geniet van het moment.
Nou, dat scheelt toch al stukken, zo’n korte cursus mindfulness.
Gewoon nog ff doorbijten. We gaan de goede kant op. Zeker weten.
Tekst: Mink Out. Bundel verkrijgbaar (2e druk) op www.conckshop.nl
Volschieten. Minks wekelijkse column 9-12-2020
Ik ben een mens die redelijk zichzelf is, genuine zeg maar even. Hou me niet groter dan ik ben voor buiten- en/of binnenwacht.
Probeer gewoon mezelf te zijn, mijn eigen positieve ik, die zich lekker voelt in zijn, overigens steeds ruimer wordend, vel.
Gedurende een appje met een vriendin (gewoon platonisch hé) plopte dit onderwerp op uit de kelders van mijn latente gedachten.
Regelmatig zeggen ‘ze’ dat ik ondanks de coronale hoofdprijs van het financiële verval, zo optimistisch blijf.
Dat klopt, ik doe het niet expres, maar het verzorgt mijn overleven. Dingen doen, nieuwe kansen creëren, omdenken, doorgaan, knokken.
-Ik lijk wel zo’n hoogbegaafde yup, in slim-fit kostuum op Nikes, die vanaf een podium in het Okurahotel ingedutte managers wakker moet lullen middels een peperdure bedrijfsseminar;-). –
Waar waren we. O ja, mijn positiviteit in bange dagen. Ik beweeg me erg slecht op de bodem van de put, er zijn wezens die prima gedijen door zich te wentelen in het slijk van zelfmedelijden, maar ik niet dus.
Totdat ik pas gelee een belangrijk, voor mij het eerste, videogesprek had, door mijn digibetie konden de anderen mij alleen horen, niet zien.
In goed overleg hadden we een goed overleg. Er werd gezegd wat er gezegd moest worden. Allemaal erg professioneel. Zakelijk zeg maar.
Ik zou tot slot ook nog zakelijk mijn financiële status toelichten, passend genoeg slechts een fluitje van een cent.
En toen gebeurde het, mijn stem sloeg over en plots schoot ik vol.
Ik hield het niet meer, t’ was niet uit zelfmedelijden, meer uit empathie voor de verteller. Ik vond het gewoonweg klote voor hem.
Maar die verteller was ík! Een soort uittreding van de positieve Mink die neerkeek op een verschoppeling waarvan ik niet wist dat ik hem in me had.
De onbewust opgekropte ellende kwam schokschouderend naar boven. Dezelfde houding als bij de geïnterviewde horecamensen op het Malieveld, net als ik doodsbang hun ‘kindje’ te verliezen.
Van huis uit ben ik geen grientrien, met deze actie overviel ik mezelf. t’ Bleef slechts bij drie snikken en dankzij de verkeerde digi-instelling hadden de gesprekspartners gelukkig geen zicht op mijn volschieten.
Tekst: Mink Out. Bundel nu beschikbaar (2e druk). www.conckshop.nl
De weg kwijt. Minks wekelijkse column 2-12-2020
Zolang ‘Cor’ onder ons is heb ik geen woord van protest laten horen. Heb me gedwee neergelegd bij de sluiting van mijn café, nu zelfs voor een, nog langere, tweede keer omdat het moet.
Niet klagen maar dragen, dacht ik. Maar nu hele cohorten als ware termietenplagen winkelcentra kaalvreten op Black Friday, voel ik me opstandig en raak zelfs ík de logica en goede wil kwijt.
Ik dacht dat we alleen SAMEN corona onder controle zouden krijgen, Hoop dat de egotrippers nu alles in huis hebben voor fijne feestdagen. Wij kijken wel of we het redden nu we door hen wellicht nóg langer dicht moeten blijven, maakt dat nou uit, als jij het maar goed hebt.
Het ‘gesloten’ bordje op de cafédeur is naar buiten gedraaid, dingen voor de afhaal regelen, kunnen we de rekeningen een beetje betalen.
Op het terras schuifelt een oude dame doelloos rond.
Open de deur en vraag wat er is. De paniek in haar ogen smeekt om hulp. “Ben verdwaald. Auto staat hier op de hoek. Moet mijn dochter bellen, die komt me wel halen”.
“Tis donker en koud, kom binnen en neem eerst een bakkie koffie.
“Wees maar niet bang dat ik het doe om aan je te verdienen” grap ik.
Met de caféleesbril vindt ze haar dochters nummer, ze is onderweg.
“Goh, verdwaald, waar woont u dan, als ik zo brutaal mag zijn?”
“Ja uhhhhh, daar vraagt u wat, ik kom er zo wel op, ergens bij de zee”.
Wil meer vragen maar breng haar liever niet nog eens in verlegenheid.
“Ik ben wat vergeetachtig de laatste tijd, moet die wagen eigenlijk laten staan, het lukt gewoon echt niet meer.
Het gebeurt steeds vaker dat ik dingen vergeet. Gelukkig is mijn man nog kraakhelder, anders zou het helemaal een ramp zijn.
Ja, 73 en dan krijg je dit soort dingen”. “Nou dat zou je niet zeggen, u ziet er nog goed uit” zeg ik quasi opgeruimd, vol van medelijden denk ik: wat een ellende voor zo’n mensje.
Een spontane dochter komt, ze gaan. Tis weer goed afgelopen, voor nu.
Ik hoop maar zo dat die kraakheldere man ‘s avonds in bed, haar koesterend in zijn armen neemt en toefluistert: “komt goed meisje”.
Dan is ze nog even thuis en niet helemaal weg en kwijt.
Tekst: Mink Out. Nu de bundel (2e druk): www.conckshop.nl
Bemoeial. Minks wekelijkse column 25-11-2020
Op de tennis hebben wij een vast clubje dat het reuze met elkaar kan vinden, op de baan en zo nu en dan zelfs privé.
Na het balletje slaan zitten we meestal nog wat te drinken en passeren allerlei gespreksonderwerpen de revue, gewoon gezellig.
De drankjes worden apart afgerekend en de bitterballen doen we samen, dat is eerlijk en geeft geen onnodige reuring.
Het gaat er gemoedelijk aan toe en dat is voor 65-plussers genoeg.
Dan stapt HIJ weer binnen, de schrik van de vereniging. Niet dat hij gevaarlijk is of zo, maar het is een enorme bemoeial.
En wel een erg opdringerige, die met zijn luide stem zeer aanwezig is.
Hij neemt het hele gesprek over en onderbouwt zijn visie dan ook nog eens te vuur en te zwaard. Je krijgt er echt geen woord tussen.
Als hij de alleenheerschappij van het gesproken woord ten volle heeft benut laat je het wel uit je hoofd om nieuw onderwerp aan snijden. Gewoon bang dat die roeptoeter ons weer het leven uit gaat leggen.
Of erger nog: zijn liefdesleven. Hij kruipt van de ene op de andere.
“Gooi weg en pak op” had hij stoer in geuren en kleuren verteld.
Hij zit bij binnenkomst dan ook steevast een half uur te appen.
Een te veroveren ‘dame’ het hof maken en een uitgekauwde ‘snol’ afschepen vergt nogal wat intensief gegoochel met woorden.
Ons clubje lagzx cx cz;’ dáár niet wakker van, maar dat gebral begon ons aardig de strot uit te komen.
Plots is het anders. Hij komt nu al maanden met dezelfde vrouw binnen. Een gewone vrouw, hoewel ze laat zich niet opzij zetten.
De eerste keer dat hij, in haar bijzijn, zijn kennis en persoon weer ging verheerlijken keek ze hem alleen maar aan en hij matigde op slag.
Wellicht had ze verborgen kwaliteiten maar het hielp, misschien een leuke aanvulling van ons clubje die twee.
Sommige mannen hebben dat nodig, een sterke vrouw, heimelijk zijn ze daar blij mee………. Ons clubje ook, kan het maar lang aan blijven tussen haar en die bemoeial.
Tekst: Mink Out. De bundel (2e dr.) nu verkrijgbaar www.conckshop.nl