De opkomende zon verwarmt kalm het klamme ochtendzand.
Een nieuwe dag voor dit, nu nog, stille strand.
Parasols en bedden, in rap tempo uitgezet.
Gravende kinderen, hun schep in het rond, opgelet.
Door oogleden heen een zacht roze kleur.
De lucht, fris door zout-zilte geur.
Een vlieger zigzaggend tegen hemelsblauw.
Geruis van aanrollende golven, dommel in, dit is het nou.
De zon schittert, een zilveren zee,
het gesprankel beweegt met golven mee.
Een meeuw krijst een moeder roept luid,
voelt echt aan als een dag er uit.
Ren naar het water dat schijnt ijskoud,
een stoere duik, proef het zout.
Ogen open in onderwater groen,
geen enkel geluid, zalig te doen.
Druipend lichaam, druppels ploffen in het zand,
Schurende handdoek met harde rand.
Yoghurt met fruit, patatje met,
over de rand van mijn boek, meer lekkers waar ik op let.
Verliefden slenteren langs de waterlijn,
hun tongen driftig vechtend, dolfijn.
Mensen ploegen huiswaarts door het zand,
een puffende file, richting binnenland.
De zon zakt in het lauwe water onder,
zijn gouden schijnsel, het laatste dat ik bewonder.
Eindeloze horizon tegen avondrode lucht,
voorbij, deze zomerdag, vervlogen in een zucht.
Buiten geselt het gure weer de Hollandse bodem. Binnen zit het gezin Goedbloed in ultieme geborgenheid aan het avondeten. Zuurkool met spek, Hemaworst en natuurlijk een kuiltje jus. Jeanette prijst zich gelukkig met haar gezinnetje; Jantje, al weer elf, Daphne veertien, wordt een hele dame. O ja, en dan is daar natuurlijk ook Joris, haar man, ze zijn nog steeds smoorverliefd op elkaar. Alhoewel het de laatste maanden wat minder is met nachtelijk “vuurwerk” druk, druk, druk. Komt wel weer goed.
Aan tafel wordt de dag doorgenomen, koetjes en kalfjes huppelen voorbij en een enkele harde noot wordt gekraakt.
Op de achtergrond het nieuws; Een minderjarig meisje zou in een Valkenburgs hotel tegen betaling seks hebben gehad met een fors aantal mannen. Dit onder druk van een lover boy. De bezoekers van deze, niet te benijden, premature prostituee zullen worden opgespoord. 06 nummers op het mobiel van lover boy Larry en DNA uit een veelheid van gevonden condooms zou het grootste deel van de hoerenlopers moeten doen hangen. Hopelijk was het echt genieten? Want echt-genoten zullen door de politie op de hoogte worden gebracht van het buiten de deur eten. Joris zet het flat screen uit.
“Valkenburg, daar zijn jij en je vrienden toch ook pas geweest Joris?”
“Ja hoezo?” “Nou zomaar”. “Dacht jij soms dat ik????” “Dat zeg ik toch niet”. Kleine Jan en Daphne kijken als bij een tenniswedstrijd tegelijkertijd van de éne naar de andere zijde van de tafel, kon dit maar goed gaan? Joris legt zijn bestek met ingehouden woede neer en kijkt schichtig naar zijn geliefd gezin.
“Hij zal toch niet, mijn Joris” denkt Jeanette terwijl ze de kinderen maant door te eten. “Heb jij soms…..” De bel ging door merg en been, allen bleven muisstil en keken gespannen richting voordeur. Door het matglas waren duidelijk de contouren van een politie uniform te zien.
Nogmaals ging de bel, “Wie doet er open?” fluistert Jantje”. Joris staat langzaam op en opent de deur. Na wat geroezemoes draait hij zich om en loopt, gevolgd door een boomgrote agent, weer naar binnen. Jeanette ziet haar droomwereld instorten en dreigt flauw te vallen totdat Joris zegt: Deze agent is hier voor een inbraakpreventiescan. “Kopje koffie agent” vraagt Jeanette zichtbaar opgelucht.
En beste lezer, wat denk u van deze Joris Goedbloed, heeft u geen moment aan hem getwijfeld? Ik laat u bij deze vraagtekenend achter.
Een Hagenees in Voorburg. Minks wekelijkse column 21-01-2015
Als zoon van Denhaag en aangenomen zoon van Voorburg-Leidschendam voel ik me altijd een beetje een verrader van de één als ik bij de ander ben. Zoiets als; Torn between two lovers.
Het stadse dorp Denhaag, waar ik mijn glansrijke carrière als mens begon, bleek al snel niet genoeg dus zocht ik met enig bravoure de (gemeente) grenzen op.
De dorpse stad Voorburg sprong in het oog en na aanvankelijk op wat taalproblemen te zijn gestuit werd dit stiefkind in een straat op stand; de van Heurnstraat warm onthaald (in de goede zin dan).
In de slechte zin warm onthaald gebeurde toen een Voorburgse klinker tegen mijn voorhoofd knalde. Net als bij ons in de Haagse Zorgvlietstraat, schuimden kerstboomjagers rond oud en nieuw ook hier de straten af. Voor wat versleten autobanden en een enkele naakte fijnspar zonder kluit werd een strijd op leven en dood gestreden.
Seconden later kon ik ternauwernood een medeklinker ontwijken.
De Voorburgse ouders, opvoeders, voogden of voogdessen waren mij goed gezind. Buiten een enkeling die mijn vriendschap niet passend vond in het opvoed-traject van hun zoon / dochter/ pupil. Mijn open Haags dialect hield hun deur potdicht, wellicht associeerde ze (ja, ik heb goed opgelet) het met slechte invloed van het grote dorp. Doch, dit soort burgerlijke onoorbaarheid resideerde ook in mijn geboorteplaats dus gewoon een soort nare flashback, het went.
Ik ontmoette Voorburgse burgers van boeven tot bovenlui van tof tot posh van mini- tot plooirok en van fiets- tot Chanelketting. Het lijkt Den Haag wel alleen de afstand tussen; Schuif het maar onder de deur deur en 2 kilo speklappen is kleiner, in meters dan.
Ach; Den Haag, de Kaag, Voorburg, Middelburg, Hamburg, voorham, achterham, het is allemaal goed te doen.
Ben 40 jaar geleden de Voorburgse slagboom voor het eerst gepasseerd en doe nu al 21 jaar aan woon-werkverkeer dus ik kan het weten; Die Voorburgers daar is goed mee te leven, en met die Hagenezen dan, dan, dan, dan, dan?????????????
Sorry voor een enkel ‘net’ woord, moest er even bij. Als het problemen geeft kunt u mij altijd bereiken, deze Hagenees in Voorburg.
Tekstcollage met voetnoot. Minks wekelijkse column 29-10-15
Na een dag van Bloed zweet en tranen zit ik in gedachten aan de Griechischer Wein. At the dark end of the street tijdens een Rainy night in Georgia gebeurde het; Fire. Ik ben mezelf niet al die jaren nooit geweest, na dat ongeluk van Manuela. “Zeg me alleen de waarheid maar, is zij nu niet meer in gevaar”. Hallo? Nee. Neeeeeeee.. Zelfs Dokter Bernard’s expertise was niet toereikend.
En nu zat ik hier naast een lege kruk. Had met haar willen dansen op de vulkaan of a Dance in the oldfashioned way, maar; This is the end.
I got you (I feel good) dacht ik als ze bij me was, één en al Hapiness. Zij een Sexmachine, strakke Hotpants, maar nu; Jus’t an illusion. Ze was The first, the last, my everything. She’s out of my life. I want you back. Please dont go.
Haar herinnering; Dust in the wind. Een gelijke als Manuela vinden, is zoeken naar Just a drop of water hidden in the sea. Haar daar zoeken kan hij dagelijks, hij heeft immers een Haus am See. Vondeling van Ameland.
Suddenly, daar was ze, zo uit De Noordzee. A new kid in town. Uptown girl, maar Not that kind of girl. Een soort Malle Babbe. You sexy thing. She is hot. Shake your body down to the ground. Milkshake. Happy. Wat a wonderfull world.
En nu even heel wat anders (Serieuze voetnoot).
Last tango in Paris. Stripsearch; Faith no more. Don’t speak. Killing in the name of. Machinegun. Als de rook om je hoofd is verdwenen. Harder dan ik hebben kan. Vluchten kan niet meer. What’s going on. Welterusten meneer de president. Formidable? The times they are a changing. Is this love? Losing my religion. Red mij niet. Laat me. Mag het licht uit.
Naar het ziekenhuis voor controle, geopereerd, een paar weken kost en inwoning inclusief de lange nasleep. Vijfentachtig geworden, alle oude en nieuwe bekenden om je heen vallen weg. Nu ben ik aan de beurt, denk je meteen, maar nee hoor. Kees mag nog even gezellig wat na blijven in deze hoem-pa-pa-band des levens, met slechts één overgebleven musicus, de triangel-speler, ik dus.
De zuster komt ons halen en terwijl ze af en toe taxerend naar mij kijkt, communiceert ze uitsluitend met mijn dochter. Eigenlijk zit ik er gewoon als Jan (ouwe) lul bij. Mijn dochter grijpt in en verteld dat ik er ook bij hoor (dat sarcastische heeft ze van mij). Ze vreest dat ik zal ontploffen door het ge-betuttel. Binnen een paar vragen is de sister act toch weer geheel op mijn dochter gericht en doet ze of ik een kleuter ben. Tsja, ff wennen, ben immers ooit kleuter geweest.
Voor het vertrek zet mijn dochter me op een stoeltje in de aula van het ziekenhuis en gaat voor twee cappuccino met van die appel-enveloppen, lekker. Terwijl ik op haar wacht zie ik Adri, ze zit tegenover me. In de jaren zestig waren we buren. Met onze gezinnen veel gelachen, klaverjassen, verjaardagen, kerst, en nog veel meer. Met Sinterklaas bonsden we op elkaars deur, mooie tijd was dat. Ze is erg oud geworden, net als ik, ze ziet me niet, ik zwaai, maar geen reactie. “Adri” roep ik, ze reageert wederom niet, ik loop krakkemikkig op haar af, pak haar hand en knijp er licht in: ”Adri ik ben het Kees”. Ze kijkt me aan of ik een vreemde ben. Haar ogen dobberen diep in het traanvocht en de potloodstreepjes die haar wenkbrauwen vervangen, lijken haar kalend hoofd te accentueren. De begeleidster naast haar spreekt: “Laat maar meneer, ze merkt het niet meer”. In Adri’s ogen ontwaar ik een kille leegte. Haar eens zo aanstekelijke warmte is weg, er is daar niemand meer. Na terug te zijn gestrompeld plof ik onthutst neer in het smetteloos, koude ziekenhuisstoeltje.
Ik voel me vervreemd en alleen, in deze wereld die ooit de mijne was.
“Daar is de koffie” grapt mijn dochter wanneer ze het dienblad neerzet. Ik zeg niks en blijf verslagen naar Adri staren, “Die vrouw daar, dat is toch de oude buurvrouw; Tante Adri”. “ Oud wel, maar ze woont daar niet meer”, spreekt ik met matte stem.
Tekstverantwoording: Mink Out.
Risico. Minks wekelijkse column 31-12-2014
Zie op mijn flat screen dat de anti-vuurwerklobby zijn jaarlijks rundstunt verhaal weer lanceert.
Jongeren die met te korte lontjes in de rondte lopen, krijgen het advies deze niet meer in vuur en vlam te zetten.
Tsja, ontraden is volgens mij wel ver-standig, maar het weerhoud onze pre-, post en huidige puistenkoppies er niet van, door te gaan met hun explosiviteiten. Juist risico maakt het zo kicken, stoer en fantastisch. Rondvliegende ledematen en licht-loze ogen ten spijt. Risico, een soort verdovend middel? Het lijkt er op.
Als ik nog een beetje schakel op mijn 116 cm. venster op de wereld zie ik een documentaire; Hemelbestormers. Twee Hollandse bergbeklimmers hebben het hachelijk avontuur op de Cho Oyu cq K2 niet na kunnen vertellen.
Jongleren met ‘het leven’ moest dit duo bekopen met zijn ultieme tegenhanger, ‘de dood’.
Ondanks bovenstaande, schokkende gebeurtenissen gaan er toch weer een aantal klimmende kameraden opnieuw dit noodlot tarten.
“De huilende wind lijkt een Sirenenzang en lokt de bolsters. In een geconcentreerde trans bereiken ze haar maagdelijke wit besneeuwde toppen, die zij zo jammerlijk bepotelen”.
De hang naar adrenaline wint ook hier van het verstand. Een slogan;
“Je bent niet goed bij je hoofd, wanneer je jezelf de top belooft”. Had hier wellicht ook een hoop verdriet en ellende kunnen voorkomen, alhoewel.
Risico, is eng en kan bij een verkeerde inschatting een hoop sores geven. Maar laten we nou ff eerlijk zijn, zonder risico geen succes.
Nou, nog één risico verlagende slogan dan, dit keer van de EO:
Jojanneke’s kokette decolleté, weg er mee”.
Daar wordt toch niemand veiliger, laat staan gelukkiger van. Prettig uiteinde gewenst.
Tekstverantwoording; Mink Out.
Koos. Minks kerstcolumn 24-10-2014
Koos zit gehandschoend aan zijn bureau de 227e brief naar een potentiele baas te tikken. In een om zich heengeslagen dekbed is de kou te verdragen. Eneco heeft vorige week het gas en licht afgesloten. Zijn vrouw is met de twee kinderen bij haar ouders ingetrokken. Morgen komt de deurwaarder en dan is het exit. Zij wilde toch dat huis in een redelijke buurt, speeltuintje voor de kinderen, school en winkels op loopafstand. Voor hem hoefde het niet, maar na een week goede seks en een hoop gezeur ging hij door de knieën. Allebei een baan, wat kon ze gebeuren. Ze hadden het hier leuk, zelfs een viswatertje achter het huis, het kon niet stuk……… Tot die bewuste zaterdag; knus tegen elkaar aan met chips, dipsaus en de TV. – Siebel juweliers failliet, de winkels gaan niet meer open -. Nota bene net het 100 jarig bestaan gevierd en hij wordt gewoon via de media ontslagen, over briljant gesproken.
Grote vlokken sneeuw dwarrelen geruisloos langs het raam naar beneden, echt kersttijd. Via het kleine transistortje luistert hij naar de Radio. Dan komt die reclame van het UWV voorbij. Met de begripvolle stem van (“Ook dat nog!”) Hans Bohm, “Je bent je werk kwijt. En wat nu?” “Dit soort vragen, daar is het UWV voor”. Drie maanden op geld wachten, vrijwilligerswerk kwijt en een job coach die hem laat leren wat hij al weet. Het UWV, daar kom je verder mee. Natuurlijk, verderop zit het leger des heils.
Er draaien drie van die grote rode vrachtwagens, versiert met lampjes, zijn straat in. Uit de eerste stapt de Kerstman die een stapel Coca cola kratten in het gangetje neerzet. De tweede wagen die stopt is van de Jumbo supermarkt. René Froger rolt samen met nog wat zeer succesvolle BN’ers een containertje boodschappen bij Koos de voortuin in. Tijd om naar de houdbaarheidsdatum te kijken, heeft hij niet want uit wagen drie stappen Gaston, Jeroen en Carolien uit. De straatprijzen vliegen hem om de oren, 10 loten en jawel; de verdubbelaar en u zult het haast niet geloven maar ook de BMW is voor Koos. Als de wagens langs de horizon verdwijnen galmt het stemgeluid van de Kerstman door de plots warme winternacht: “Ho, ho, ho. Hopelijk hebben die andere 694.000 werkelozen ook zoveel geluk. Maar voor Koos was de ellende voorbij, zijn vrouw kwam gelukkig snel terug, en hij vist elke dag tevreden in de vijver achter zijn huis met boven hem een flonkerende sterrenhemel, prettige Feestdagen.
Tekstverantwoording: Mink Out. Meer www.conck.nl
Gute nacht freunde. Minks wekelijkse column 16-12-2014
Op een donkere avond rond de feestdagen, even over elven, rijd ik door het centrum van Den Haag. De autoradio is door een vreemde ontvreemd. Via mijn mobiel luister ik: “Gute nacht freunde”, de begintune van mijn favoriete radioprogramma: “Met het oog op morgen”. Mooi moment voor een rustpauze, doe ik wel vaker als mijn hoofd vol zit. Mijn sardineblikje zet ik op de ruime parkeerstrook voor het belastingkantoor aan de Koninginnegracht.
Vanaf deze plek heb ik een wijds uitzicht op Nieuw Babylon, Denhaag Centraal, de Vulpen, Citruspers en een paar priemende Haagse Tieten die zich emotieloos door het duister laten omvatten. Actualiteiten passeren terwijl het middernachtelijk uur nadert. Mijn mobiel raakt leeg, opladen met het contact aan en de motor uit.
Na het nieuws van twaalf is het tijd om weer actief aan het leven deel te nemen dus draai ik mijn contactsleutel door. Het vanzelfsprekend motorgeluid dient zich niet aan, slecht een zwak getik. Achterruitverwarming aan laten staan, accu leeg. Een bericht aan mijn honderden Facebook boezemvrienden: “Iemand in de buurt van de Koninginnegracht met sleep- of startkabel?” Bel de taxi centrale; vast startkabel tarief € 17,50. “Oh zoveel, nou ja, doe dan maar”.
Na twintig minuten nadert mij, aan de voorkant, een klein wit wagentje. Een dikke man stapt uit, een dunne blijft, met een geforceerd stoere blik, zitten. “Handhaving Denhaag, u staat al een poosje, wat doet u hier”. “Nou uhh, staan, zoals u ziet”. “Dit is een touringcar parkeerplaats dus moet u weg”. “Nou ja, ik heb nog geen touringcar gezien en kan niet weg, mijn accu is leeg. Als jullie nou ff een duwtje geven, hij start in een zucht”. “Zucht, ik ga niet duwen, mijn rug”. “Nou ja, dan duw ik met uw collega en kruipt u achter het stuur”. “Ik heb geen rijbewijs”. “ Geen rijbewijs? Lijkt me erg lastig met al dat gehandhaaf en zo nog meer?”
Er komen twee jonge mannen aan: “Kunnen jullie me even een duwtje geven, hij loopt zo”. “Tuurlijk meneer”. Gedrieën passeren we de, nog steeds in de auto zittende, ‘dunne’ die op een machtswellustige manier ‘vocabublèrt’; “Ja, anders hep tie een bekeuring”. Ik hou me in. Met weinig moeite slaat mijn stroomloos autootje aan. Ik bedank het duwende duo met een toetertje, ‘Dik en de Dun’ druk handhavend achterlatend.
O ja; bovengenoemd Facebook s.o.s. berichtje kreeg welgeteld 5 goed bedoelde reacties en 2 likes……………. Gute nacht freunde!
Tekstverantwoording: Mink Out.
Via Facebook kom ik deze week nieuwe oude bekenden tegen. Echt gaaf, onze wederzijdse jeugdherinneringen stofvrij, ze sprankelen vrolijk omhoog vanaf de schedelbasis.
Zolang Facebook dit soort onbetaalbare ontmoetingen voor mij mogelijk maakt, neem ik de irritante en voor deze tijd zo kenmerkende, invasie van Noormannen met ballen en piek, in allerlei maten en kleuren, op mijn scherm, voor lief (Lijkt wellicht ietwat dubbelzinnig, nou dat het is ook).
Zij heet Jannie en hij Rex (zijn moeder hield van schlager muziek), broer en zus uit een gezin van 10. In die tijd, 60er jaren, was zo’n kinderschare onder één dak geen unicum. Let wel, de bevrijdende pil kwam pas in 1964 over de toonbank. Vandaar, dat toen de seksuele revolutie in al zijn verhitte hevigheid losbarstte, maar dit terzijde.
Rex doorliep met mij, zonder te blijven zitten, alle lagere schoolklassen van de Keucheniusschool in Denhaag, hij wat soepeler dan ik. Hij was de slimste van de klas, drong ons het schaken op en zette aan tot voyeurisme, met de microscoop wel te verstaan. Rex deed, niet geheel vrijwillig, aan pianoles, hetgeen zijn vruchten afwierp bij onze afscheids-act van de zesde klas (voor de nieuwere onder ons; groep acht).
De 5e symfonie van Beethoven, werd door de groep Ekseption, niet geheel zonder succes, de klassieke nek omgedraaid. En wij aan het dub smashen (toen al) met dit nummer in een heuse gymzaal-miniplaybackshow. Enkel het pianostukje, dat was echt. Dat deed nou Rex, als een ware Amadeus tingelde hij mee op zo’n kinder-speel-goed-pianootje. Ik maakte deel uit van de blazerssectie, ik speelde niet echt.
Mijn saxofoon was gemaakt van elektriciteitsleiding, twee ‘knietjes’, kartonnen toetsen en aan het uiteinde een ijzeren trechter, ook nog met zo’n oor er aan.
Achteraf gezien, stonden we daar, wel ff stoer voor lul te staan, maar dat voelt op die leeftijd duidelijk anders, voor ons leek het een daverend succes.
En nu? Rex en ik, we doen het allebei op onze eigen manier goed in het leven, maar hij tóch net weer ff wat beter, denk ik. Wat maakt het ook uit, lang leven het leven ………….we zijn dolblij dat we er zijn.
En de Keucheniusschool op de Haagse Prinsegracht? Het pand met de toegangspoort waar ooit meester Monster met zijn gezin woonde is, gelukkig, Rijks beschermd stadsgezicht? De school zelf? Die is afgebroken, er staat allang een nieuwe. Tsja…………..As time goes by.
Tekstverantwoording; Mink Out.
Een dagje aan het strand. Minks wekelijkse column 3-12-2014
Hun blikken vinden elkaar bij het rakelings passeren op een overvolle boulevard van Scheveningen. Bliksemschichtjes lijken over en weer te gaan.
Voorbij is ze, om nooit weer te zien, te laat. Na een tiental stappen voelt het als een onomkeerbare misser. Hij draait zich om en springt boven de, zich traag voortbewegende, mensenmassa uit.
Hij ziet haar turend gelaat en bij de tweede sprong een gelukzalige blik van herkening.
Als in een thriller dringt hij naarstig door de meters dikke (,) mensen muur, zijn ruim-baan, forcerend met weidse armbewegingen.
Ze is weg, voor altijd, deze nimf die hem met een ‘ogen-blik’ heeft gehypnotiseerd van een charlatanische chevalier tot een geobsedeerde, zoekende ziel. De maalstroom van een samengepakte menigte sleurt hem, als een willoze lappen pop, bij haar vandaan.
Verderop komt hij los van de adembenemende situatie en neemt verslagen plaats op de trap van strandtent De Sigaret.
“Nou, jij ziet er bezweet uit!”……. Daar staat ze, vlak voor hem, de ondergaande zon schijnt door haar smetteloos wit zomerjurkje.
Hij voyeur, door dit onverwacht schimmenspel? Begeerte slaat in vlagen door zijn lijf, hij kan haar lokkende lichaamswarmte, bijna tastbaar. Ze is betoverend en alsof ze hem al jaren kent, pakt ze zijn hand en roept: “Kom, we gaan zwemmen”.
Voor hem uit rennend gooit ze haar kleren af, en duikt vloeiend als een meermin in de golven. Hij strompelt, vechtend met een sok, onhandig achter haar aan. Een eeuwenoud uitdagend Noordzee waterspel; wordt spetterend, lachend en proestend gespeeld.
En dan verdwijnt ze om niet meer op te duiken. In paniek zoekt hij haar voor een tweede keer die dag, maar zonder succes. Hij kijkt vertwijfeld om zich heen, helaas. Het geluk schijnt van korte duur…….. O, u wilt een happy end, nou daar komt tie dan;
Vanaf de waterlijn roept ze hem toe. Rennend het strand op, ze ploffen neer, zand plakt op natte lichamen in de warmte van deze lome zomeravond. De amandelgroene ogen waarin hij hij ten onder gaat, gulzig zoenende lippen raken elkaar, snelle ademhaling, het schitterend Schevenings vuurwerk barst boven hen los.
Na deze dag werd het nooit meer beter, een dagje aan het strand.