Auteur Archief

Prachtige herfst                 Minks wekelijkse column 21-10-2020

 

Prachtige herfst                 Minks wekelijkse column 21-10-2020

Tijdens een wandeling over mijn landerijen kwam ik er met enige trots achter dat mijn puberende eikenboom voor het eerst zijn zaden op Gods akkers (mijn tuin) had laten vallen.

Dit heuglijk gebeuren bewijst dat hij het goed naar zijn zin heeft op deze door mij opgedrongen plek onder de zon.

Ik hoef u natuurlijk ook niet te vertellen dat deze vallende eikels verder aangeven dat we dik in de herfst zitten.

Het belooft een guur najaar te worden, zeker omdat die lastige kostganger ‘Cor’, niet zonder slag of stoot af zal taaien.

En dan zondag ook nog eens de klok een uur verzetten, ja dan valt het duister pas echt over ons koude kikkerlandje, wat een setting.

 

Mijn café voor de tweede keer verplicht dicht is niet niks. Er zijn wel uitkeringen en subsidies, maar die dekken de schade bij lange na niet. Langzaam glij ik weer weg in een onzeker moeras van rode cijfers.

Was er voor ‘Cor’ tot mijn grote vreugde net uit gekropen.

We gaan het niet alsnog meemaken dat het slik zich rond mijn laatste plukje hoofdhaar zal sluiten, met als finaal levensteken een paar uiteenspattende luchtbelletjes aan het oppervlak, plop…..plop……klaar.

 

Daar zit ik dan, plots zeeën van tijd. Door mijn wankel bestaansrecht voelt het verre als vakantie. Toch probeer ik, zo goed en zo slecht als het kan, van die vrije dagen te genieten. Het meeste is gedaan, mijn huis spik en span, de onlineshop een feit en als alles volgens plan verloopt komt per één december zowaar mijn eerste bundel uit.

Wie had dat ooit kunnen denken, mijn eigenste boek, zonder ‘Cor’ had het minstens nog wel een jaar langer geduurd. Meester Monster van de lagere school zal zich in zijn graf omdraaien en apetrots zijn.

 

Neen we knokken onverschrokken verder. Drie dagen in de week vrij is eigenlijk wel luxe en die andere vier dagen houden we de satélijn gespannen. Dat brengt toch ook geld op en houdt me van de straat.

Zeiken helpt niet. Zoals Barry Stevens sprak: “gewoon door gaan”. Buiten striemt de regen het raam. Binnen heb ik met koffie, koek, een muziekje en spinnende poezen op mijn bureau relaxed dit verhaal geschreven. Het wordt een prachtige herfst ………. toch???

 

Tekst: Mink Out.   Voor 1 december de bundel.   

 

Ca. 1900 Golden Autumn. Ivan Federovich Choultse.

Lees verder

Rutte is de schuld!              Minks wekelijkse column 14-10-2020

Rutte is de schuld!              Minks wekelijkse column 14-10-2020

 

Mooie titel toch, je weet meteen waar je aan toe bent, dus mag je Mark dan klik je deze column subiet naar het hiernamaals.

Of is het wellicht een foefje om de Markhaters uit hun veilige bubbel te lokken en ze een ander inzicht te bieden.

Ik ben van huis uit geen VVD’er. Meer een arbeidersjongen, wiens vader in de bouwerij werkte en wiens moeder huisvrouw was.

Den Ouden Neel deed ‘werkhuisjes’ dus hield, tegen de klippen op, ‘mevrouw’ haar reputatie als propere dame hoog.

 

Kostenstijgingen tijdens Rutte hebben de lagere inkomensknakkers flink op kosten gejaagd, daarvoor zou ook ik hem kunnen haten.

Maar ja, het blijft keihard zakendoen, om het huishoudboekje van de bv Nederland sluitend te houden. ‘t Verhaal van zachte heelmeesters kunnen we daarbij niet gebruiken en bij ‘Cor’ al helemaal niet.

We hebben een crisismanager nodig en dat is waar Rutte goed in is!!!

 

Handen vol om Nederland door deze tijd heen te loodsen, raast de pers over je heen, daarna gaat de kamer, met de verkiezingen voor de deur, er ook nog iets van vinden, en last but not least de bevolking.

Ik had allang gezegd: “val maar dood”, hetgeen in de context van ‘Cor’ helaas nog niet eens zo heel erg veel van de waarheid afwijkt.

Ik zag hem zo achter die lessenaar staan en dacht: er is gewoon een masochist die deze pijn wil verdragen. De gesel daalt keer op keer neer en hij, hij schudt zijn hoofd, telt de slagen en roept om meer.

 

Kijk, nou ben ik wel een horecajongen die zwaar gebukt gaat onder het juk van ‘Cor’, maar we moeten toch af van ‘hij doet het fout’. ‘Waarom ikke en niet hunnie’ als het gaat over bedrijfstakken die zwaarder de lul zijn dan anderen. Daar zullen redenen voor zijn, daar denken allerlei experts over na. We moeten weer naar het oude normaal en dat vraagt offers. Mensen raken werk, bedrijf en weet ik veel wat nog meer kwijt, ja die dingen gebeuren nou eenmaal als er echt stront aan de knikker is. Dat is WAARDELOOS, maar niet de schuld van Mark Rutte, die heeft ‘Cor’ echt niet op ons af gestuurd.

 

Weet dat niet iedereen mijn mening deelt, dat mag, tis een vrij land.

 

Tekst: Mink Out.        Voor 1 dec. de bundel.

1918 Le docteur et la mort. Ivo Salinger (1894-1987).

Lees verder

Vreemd of niet? Minks wekelijkse column 6-10-2020

Vreemd of niet? Minks wekelijkse column 6-10-2020
Schuilend voor de regen, onder een parasol, verorber ik het verlaat ontbijt op ‘t terras van mijn favo koffieschenkerij Floor. Over het zoveelste Emile Zolaboek heen glurend volgen mijn ogen twee verliefden die, met hun armen stijf om elkanders ruggen, veel weg hebben van een Siamese tweeling, alleen wel iets soepeler. Heimelijk jaloers neem ik stoïcijns een slok van mijn koffie-verkeerd-extra. Ik zou hem willen zijn met haar aan mijn zijde. De regen deert hen niet. Hun vele, vluchtige kussen doen de herfst als sneeuw voor de zon verdwijnen, voor deze twee is het hoogzomer.
 
Van achter lijkt ze op de vrouw met die twee kindertjes, welke vaak mijn café passeren om hun teckel uit te laten in het parkje verderop. Zelfde jas, zelfde gracieuze tred, lang glanzend haar en een fantastisch figuur dat tot mijn en anderen hun verbeelding spreekt. Neen, ze het was niet. Hoewel, als haar eigen man zo nu en dan meeliep naar het parkje, had zij hem nooit zo innig vast als nu die andere man.
 
Meestal liepen ze los van elkaar. De scheuren in hun eens zo mooi bouwwerk der liefde waren voor mij in ieder geval duidelijk zichtbaar. Ze waren onbetwistbaar uitgepraat, liepen met hun kroost nog wel de schone schijn op te houden maar dat de fut eruit was en ze enkel nog als broer en zus of kat en hond leefden was overduidelijk. Wanneer ze sporadisch met haar eigen man mijn café passeerde was het een zeer gure herfst die je niet in de koude kleren ging zitten. Neen, nu in de binnenstad met deze andere man was ze echt gelukkig.
 
Een half uurtje, een broodje ei, een tosti en vijf bladzijden Zola verder was voor mij de tijd gekomen om te gaan, de plicht riep. Ik stapte op de nep-Harley. Terwijl ik met mijn helm liep te klooien passeerde Polimax en Bizonkit mij zwalkend verliefd op hun weg terug. Tot mijn spijt was ik weer te laat om haar gezicht te kunnen zien. Ik startte mijn motor en reed langzaam over de stoep achter hen aan om verderop de weg te bereiken, kon ik meteen haar gezicht zien. Zij moest het zijn, dat kon niet anders. Eigenlijk ook geen stijl met twee van die bloedjes van kinderen. Ik passeerde en keek haar recht in d’r engelengezicht, ze keek terug…………………………………ze was het niet.
 
Tekst: Mink Out. Binnenkort de bundel.
1912 Dynamism of a Dog on a Leash. Giacomo Balla.

Lees verder

Mijn stad, (vrolijke versie). Minks wekelijkse column 30-9-‘20

 
 
Mijn stad, (vrolijke versie). Minks wekelijkse column 30-9-‘20
 
Na laatst, volgens enkelen, een ietwat negatief beeld van mijn stad te hebben geschetst, nu de beloofde posi(tieve)-versie.
 
Ik woon alleen in het centrum, niet als enige in die omgeving maar alleen in een huis. Toch serveren verscheidene, vriendelijke vrouwen, en soms zelfs een enkele man, dagelijks mijn ontbijt in de huiskamer.
Oké, weliswaar niet in mijn huiskamer, maar in de huiskamer van Den Haag, zo wordt de koffie- en ijssalon Florencia genoemd. Tis van oudsher een begrip en je eet daar voor weinig geld en in een wip:-)
 
Soms laat ik verstek gaan om met de Nep-Harley naar het strand te rijden, want mijn stad is ook nog een prachtig zandstrand rijk. Waar het in de zomer goed toeven is.
Voel me top op zo’n dag. Zonnetje, duikje, drankje, hapje, boekje, paviljoen Boonoonoonoos, einde Keizerstraat met plek voor de motor.
 
Wanneer de zon dreigt te verdrinken zet ik koers naar Simonis, om de innerlijke Mink op peil te houden. Zit ook gewoon in mijn stad hé die haringboer 1.0, is toch mazzel, echt iets om vrolijk van te worden.
 
Op het nachtleven in deze ‘cor’ tijd zullen we maar ff niet te veel ingaan, maar normaal gesproken kan je in mijn stad lekker stappen, hoewel zoals vroeger, tot diep in de nacht en zelfs tot de zon weer opkwam, die tijd is geweest……Hé, word ik toch weer nega.
 
En dan die grachten. Daar gaat het goed mee, mensen met bootjes doorkruisen mijn stad en zien hem eens van een heel andere kant.
Het kost een ‘paar’ parkeerplaatsen maar dan heb je ook wat. In de wandelgangen wordt gefluisterd dat ooit gedempte vaarwegen weer in oude luister zullen worden hersteld, ook iets om je op te verheugen.
 
Dan is er ook nog een heuse voetbalploeg, die zich vorig seizoen weer kranig in de eredivisie wist te handhaven ADO: Alles Door Oefening.
En ik zou een posi-versie schrijven, dus: ondanks het je groen en geel ergeren gaan ze het gewoon weer redden dit jaar, echt waar…. toch!!!
 
Tekst: Mink Out. Binnenkort de bundel.
 
1923-24 Girls with Parasols on the Beach at Viareggio. Isaac Israëls (Netherlands 1865-1934).

Lees verder

Nelis.                          Minks wekelijkse column 23-9-2020

Nelis.                          Minks wekelijkse column 23-9-2020

 

Ineens zat hij op mijn terras, Nelis, ken hem van vroeger.

“Van de week vrijgelaten, 2 jaar is niet niks, ben blut, heb dorst en honger, dacht die Mink met dat café laat me niet steunen”.

“Drink en eet op mijn kosten en daarna wegwezen Nelis, tis hier niks voor jou gozah, hele andere wereld”.

“Deal Mink, ik wist dat ik op je kon rekenen, ouwe gabber”. “Ja, ja”.

 

De drie stoks saté met patat was rap op. Of hij ternauwernood een voettocht door de verzengende hitte van de Sahel had overleefd klokte hij in een keer het mannenglas Weizenbier naar binnen.

Met de rug van zijn hand veegde hij zijn mond af en liet een boer. “Ahhhhhh, wat heb ik dat gemist, kan er nóg ééntje af Mink, dan ben ik weg, heb een afspraak, lekker wijf, van zo’n onlinedatingsite”.

 

“Moet jij óók doen, als je elkaar leuk vindt is het een match en kan je chatten, zo heb ik voor vanavond een date met een danseres, wel wat pronkziek met haar lichaam, een slecht teken? We zien wel”.

“Nou ja Nelis, jij had altijd al mazzel in de liefde dus het zal nu ook wel weer lukken met de lucky lips van je”.

“Gister met een andere match naar het strand geweest, leuk, ze wilde nog een keer uit eten, heb maar gezegd dat ik er niet aan toe was.

Zat met mijn gedachten steeds bij die van vanavond, met haar had ik meteen een klik, honderduit babbelen, en lachen, dezelfde humor, met een beetje mazzel hoef ik vanavond geen slaapplaats te regelen en heb ik morgen ontbijt op haar bed”.

 

“Wil mijn leven weer opbouwen, en nu goed, daar heb ik een vrouw voor nodig die me een beetje in toom houdt, anders zit ik zo weer vast.

“O ja, nog even een vraagje: morgen krijg ik een voorschot van de sociale dienst, kan je me voor vanavond ff een meiertje lenen”.

“Hier heb je 50 en dan vind ik het echt mooi geweest Nelis”.

 

Hij pakte het gretig aan en bezwoer me ‘op zijn kinderen’ dat ik het morgen terug kreeg, hij ging en ik wist dat ik hem voorlopig niet meer terug zou zien, wij waren nooit zo’n echte match maar hij had honger, dorst en heeft mij ook wel eens gematst, t’ was hem gegund die Nelis.

 

Tekst: Mink Out.        Binnenkort de bundel.         Meer: www.conck.nl

S.d. The Bedroom. Laura Knight (1877 – 1970).

Lees verder

Mijn stad.                            Minks wekelijkse column 9-9-2020

Mijn stad.                            Minks wekelijkse column 9-9-2020

 

Tijdens mijn jeugd heb ik bijna alle ‘prachtwijken’ van mijn stad Den Haag bewoond, Den Ouden Neel was wat onrustig zeg maar.

Na mijn vleugels te hebben uitgeslagen heb ik er nog twee   kanspareltjes aan vast geregen, zijnde Transvaal en het Kortenbosch. In de laatstgenoemde wijk hou ik alweer zo’n dikke 35 jaar domicilie.

Je kan dus wel stellen dat ik deze stad aardig heb leren kennen.

 

Mensen vluchten uit mijn stad naar nieuwe omgevingen waarvan ze denken dat het beter zou zijn en wellicht is dat ook zo.

Laatst tijdens het wachten bij Toko Sien sprak ik een man van Marokkaanse komaf. Hij was een jaar of vijfendertig en blij niet meer in de Schilderswijk te wonen maar in Leidschenveen.

Meer ruimte en minder criminaliteit. Beter voor de kids, wel was er nog steeds een soort van trots in deze wijk gewoond te hebben.

Of ik mezelf hoorde praten, vind het ook altijd prachtig om in mijn platste Haags te zeggen dat ik ooit een Schilderswijker was maar ben, net als mijn gesprekspartner, ook niet rouwig dat ik er ooit weg ging.

 

Ja, mijn stad, was ik wat jaren geleden verbaast dat de ‘men’ met een flesje water over straat liep, lopen ze nu met reuzenspeakers onder de arm, zodat we allemaal mee mogen genieten van hun exquise muzieksmaak en dat bij voorkeur midden in de nacht, tis ff wennen.

 

En als je dan wel een kleine piemel hebt en geen geld voor een grote auto, dan koop je gewoon van die bruluitlaten onder je babyautootje.

Zo fijn om deelgenoot te mogen zijn van hun Max Verstappendroom.

Zou het voor geen geld willen missen:-/ en zij blijkbaar ook niet, want het lijkt me goed voor een forse geldboete met administratiekosten.

 

Mijn stad, latex handschoenen en mondkapjes in plantsoenen.

Met hun lippen aan ballonnen lurkende lijpen die denken te begrijpen.

Zwervers met hasjlucht in parken, bedelaars bij winkels en terrassen. Grofvuil bij afvalbak of zo maar op hoeken, ondanks dat blijft het toch mijn stad en zal ik never nooit wat anders zoeken!!!

 

-Binnenkort een wat positievere ‘mijn stad’ column-  

 

Tekst: Mink Out.        Binnenkort de bundel.

1924 The Beggar of Prachatice. Conrad Felixmüller.

Lees verder

Rechterhand.                      Minks wekelijkse column 2-9-2020

Rechterhand.                      Minks wekelijkse column 2-9-2020

 

Als voorbeeldig burger breng ik het karton naar de milieustraat.

Het laatste klusje en dan begint een weekendje vrij sinds tijden.

t’ Was al na middernacht maar karton maakt geen lawaai en de koets van hare majesteit Den Ouden Neel moest schoon opgeleverd.

Nog ff mijn spullen in het café pakken en dan naar huis waar crackers, thee en mijn nieuwe luxe dekbedovertrek lokkend wachten.

 

Op alle 100 plekken waar mijn mobiel doorgaans ligt ving ik bot.

Niet op het afgesloten dakterras boven het water, niet in de auto. Koortsachtig liep ik nog eens om en door het pand, de paniek sloeg toe.

Daar ging mijn vrije weekend, shitzooi, had er zo naar verlangd.

Waar kon dat ding zijn, ik piekerde me suf, zelfs niet in de koelkast.

En toen: hét idee, op de laptop een programmaatje om hem te vinden.

Na een hoop geëtter van ondergetekende digikneus werd netjes op een kaartje aangegeven dat hij zich bij de kartoncontainer bevond.

Snel per auto erheen met de laptop als gidsende medepassagier.

Dolend rond de metalen zerken van de milieustraat moet mijn, door het scherm verlichte, tronie, voor de ‘en passant’ passerende nachtbraker op een geestverschijning hebben geleken.

De mobiel lag niet op de grond of op de container, wellicht erin?

Met mijn oor bij de open klep drukte ik op de toets voor het signaal en ja hoor, vanuit de krochten dezer kartonsilo klonk een benepen pulsje.

Mijn kind, ik had haar gevonden. Op weg naar huis maakte mijn onrust plaats voor een soort van kalmte, eindelijk echte rust, geen mens of alarmpje kon me nog storen, maar hoe nu verder, snel dingen regelen.

 

Wat sms’jes voor een nieuwe mobiel en wellicht een reddingsplan als mijn rechterhand Kelly-Ann er bij het ochtendgloren zin in had.

De verwachte zoete rust onder mijn nieuwe dekbed bleef uit, prakkedraaiend wedijverden slaap- en denkflarden naar mijn gunst.

Voor wat klokkende slokken of het lozen ervan slaapdronken een aantal malen uit bed, bij de zoveelste keer, in een ooghoek plots mijn mobiel op het tafeltje in de hal, zeker weer een slaap/denkflard.

Ik greep, het voelde echt, ze had hem gewoon uit de container gekregen die Kell, noem haar niet voor niets mijn rechterhand, dank fantastisch mens. Mede dank aan Steef, Xander, Apple en Avalex:-)

 

Tekst: Mink Out.        Binnenkort de bundel.         Meer: www.conck.nl

1911 The Breakfast. William McGregor Paxton (American, 1869-1941).

Lees verder

Barpraat.                             Minks wekelijkse column 26-8-2020

Barpraat.                             Minks wekelijkse column 26-8-2020

 

“Mijn ouders hadden een ijzerwinkel in Zaltbommel, daarnaast verkochten ze ook bouwmodellen, modelspoor- en racebanen.

Als ik uit school kwam waren ze altijd in ‘de zaak’. Er was nooit niets te doen, ze werkten zich rot. Verkopen, bestellingen, geld halen, boekhouding, de boel schoonhouden. Wat denk je, al die treintjes en zo, die konden niet onder de stof zitten bij interesse.

 

We hadden het goed, mijn vader bezat de hele collectie van James Last -ja ook die op klompen- en mijn moeder had altijd de nieuwste huishoudmachines waaronder een klap in je bek oranje droogkap.

We waren zelfs de eersten van de Zaltbommelse goegemeente die een kleurentelevisie met tiptoets in het eiken wandmeubel hadden staan.

 

Zaltbommel was een heerlijke omgeving om op te groeien. Dit stroomgebied van de Waal was onvermijdelijk het podium voor mijn opgroeien, kanoën, vissen, zwemmen, zeilen, noem maar op.

Het bestaan kabbelde kalm door, kon me geen betere kinderjaren wensen, geen neen te koop, mijn ouders waren een modelpaar, heb nooit een onvertogen woord gehoord, een ouderwets fijn huwelijk.

 

Alles goed en wel maar Bommel werd toch veel te klein voor me, tis en blijft een soort van dorp, de mensen gingen nog net niet met de kippen op stok maar na acht uur s’ avonds was er geen ruk meer te doen.

Mijn vader was zwaar teleurgesteld dat ik niet in zijn voetsporen trad. Elke dag in die duffe winkel met een stofjas achter de toonbank leek me geen garantie voor het jolig leven dat ik voor mezelf in petto had.

 

Neen, ik woon al heel lang in Den Haag. School voor de journalistiek gedaan, werk nu freelance voor kranten, kan me uitstekend redden.

En hier kan je ook nog redelijk de bloemetjes buiten zetten.

De zaak van mijn ouders is niet meer, staat leeg, opgeslokt door de tijd en die gasten van o.a. Ouwe taaie jippie jippie jeejjjjj.

Of ik ooit terugga? Weet nog niet, soms verlang ik wel naar die machtige rivier en dat weidse landschap maar voorlopig vind ik het hier nog best. Geef mij nog maar een biertje en neem er zelf ook één”.      

 

Tekst: Mink Out.        Binnenkort de bundel.         Meer: www.conck.nl

1917 Fishing. Nikolay Petrovich Bogdanov-Belsky.

Lees verder

Dakterras. Minks wekelijkse column 19-8-2020

 
Dakterras. Minks wekelijkse column 19-8-2020
 
Al 26 jaar zie ik haar dagelijks, ondanks het vergaan der tijd heeft ze aan schoonheid nauwelijks ingeboet en is mijn steeds weer opvlammende begeerte geenszins geblust.
 
Mijn ziekelijk verlangen naar haar kan niet onopgevallen zijn gebleven.
Elk moment dat zich er voor leende hing ik bij haar rond, ze gaf geen krimp, gedroeg zich hooghartig en deed of ik lucht was.
Wanneer ze badend in zonnestralen, zinnelijk, haar onontkoombare aantrekkingskracht op mij losliet, greep de wellust mij naar de keel hetgeen mij amechtig naar deed lucht happen, ik moest haar bezitten.
Pogingen van toenadering bij haar chaperon liepen uit op niets.
Teleurstellingen werden mijn deel, de onaantastbaarheid bleef.
 
Soms liet ze zich wél -stiekem- bepotelen: een onbewaakte KonDag, rond de kerst, of op zo’n vroege zomermorgen, wanneer meeuwen schreeuwen tijdens hun ontbijt tussen opengereten vuilniszakken en een enkele eend onwetend de ochtend wakker snatert.
Toen die keer dat ik met afhangende benen bungelend boven het dampig water mijn zonden overdacht of ze beging met een in vuur en vlam staande verovering.
 
En nu mag ik er dan eindelijk, met permissie, op. Het pijnlijk wachten wordt beloond, vooralsnog is het slechts een korte corona romance maar we gaan, wanneer gegund, voor het samen oud worden.
 
Het had wat voeten in de aarde maar de vergunning is rond, na 26 jaar mogen we het dak op, van de waterkering bij de Geestbrug aan de overkant van mijn Café welteverstaan.
Het hek en de traptreden zijn (zonder boren) geplaatst, terras en parasols staan paraat, een heuse toegangspoort is ook een feit (nou ja, het vergt nog wat extra tijd (meetfoutje:-).
 
Deze schier onbereikbare liefde is uiteindelijk dan toch gezwicht.
De avond voor het officieus opengaan zat ik, na het ophangen der lampjes, van het prachtig nachtelijk uitzicht te genieten, plots schoot ik vol, er liep een traan lang mijn wang, of twee, ze was de mijne.
 
Tekst: Mink Out. Binnenkort de bundel. Meer: www.conck.nl
 
 

1899 Schubert am Klavier. Gustav Klimt.

Lees verder

Voetenfetisjist.                  Minks wekelijkse column 5-7-2020

Voetenfetisjist.                  Minks wekelijkse column 5-7-2020

 

Ik heb in mijn leven weleens vrouwen gehad wiens voeten een vreemde aantrekkingskracht op me hadden, geen flauw idee waarom dat zo was, het ging vanzelf, kwam gewoon in me op.

Nu was het andersom, mijn naakte voeten werden een soort van gekoesterd, haar ogen vertoonden een wazige glans, alsof ze alleen was met die voeten, zonder mij eraan vast als het ware.

 

Haar adoratie kwam mij vreemd voor, qua poezeligheid konden mijn lompe stappers geenszins in de schaduw staan van de lokkende ranke spitsen der geadoreerde one night stands wier voeten ik ooit kuste.

 

’t Was m’n eigen schuld, ik was zelf naar binnen gestapt, niemand dwong me, nu lag ik hier, vluchten was zinloos aangezien ik mijn schoenen en sokken nooit snel genoeg aan zou kunnen trekken.

Als een rat in de val zat ik bij deze vreemde vrouw met een schijnbaar ziekelijke hang naar voeten.

 

Ze wreef ze in met een soort van geurende olie, masseren was het eigenlijk, wel verkwikkend of beter nog: ontspannend.

Kietelen, daar kan ik echt niet tegen, ook nu niet, giechelend als een schoolmeisje spartelde ik alle kanten uit, ze kneedde intens verder.

 

Plots ging ze met een scalpel richting mijn kleine teen, het lemmet schitterde onheilspellend in het felle lamplicht, ik dacht een satanisch lachje te ontwaren, trok angstig mijn voet weg, “asjemenou” riep ik uit.

“Je wil toch van die eeltknobbel af, nou dat doen we dus met een scalpel, zo gebeurd, even flink zijn”.

Wonderbaarlijk genoeg voelde ik weinig, het was een sneetje van niks, ff met het elektrisch gutsje erin en wellicht lag strompelloos lopen,

op mijn splinternieuwe spierwitte gymschoenen, nu binnen handbereik.   

 

Slaafs trok ze me mijn sokken aan, ik voelde me opgelaten, wist geen houding te slaan, ze lachte. “Je hebt mooie voeten” sprak ze devoot.

Ik voelde me gevleid maar dit leek me toch ‘ten voeten uit’ een gevalletje voetfetisjisme, wel een hele goede reden om pedicure te worden toch? 😉   

 

Tekst: Mink Out.        Binnenkort de bundel.         Meer: www.conck.nl

1885 The Old Gardener. Emile Claus.

Lees verder