Dun of dik. Minks wekelijkse column 29-1-2020

Slaapverwekkend. Minks wekelijkse column 22-1-2020
Ik slaap slecht, nou heb ik dat wel vaker, zo één keer per jaar, een periode van een week of twee, dat is te verdragen.
Dit keer houdt het al een maand aan, word je niet vrolijk van. De mensen aan de bar kijken regelmatig in mijn wijd opengesperde geeuwbek hetgeen niet noopt naar een langdurig verblijfL.
Ook het dag/nachtritme sluit niet meer aan bij mijn dagelijks doen en laten, loop de godganse dag met zo’n weeïg gevoel, in een roes op kussentjes.
‘Men’ zegt dat ik te veel aan mijn hoofd heb, lijkt me sterk, om dit kopstukJ boven water te houden heb ik de laatste 25 jaar constant zat aan mijn hoofd, misschien ietsjes drukker maar toch.
Tis wel zo dat de verbouwing, nu bijna klaar, wel meer geprakkiseer geeft, lig in mijn bed de boel nog te overpeinzen.
Ik begin met een geforceerd gevoel van zen maar als de grenzen van droomland voor mij gesloten blijven gaat het denkcarrousel draaien.
Mijn bed lijkt in de verste verte niet meer op die vriendin die me koestert en verlost van de dagelijkse beslommeringen.
Bij het benaderen van deze zo vertrouwde slaapplaats begint een sluimerend angstgevoel de poten onder mijn bed vandaan te zagen.
Mijn bed, rustgevende ankerplaats, verworden tot mijn grootste vijand, zadelt me op met een hardnekkige, wakker houdende vrees.
Onder mijn dekbed maakt de weldaad van een in het verschiet liggende rustperiode plaats voor een nerveus ping pong gevoel van doet tie het of doet tie het niet (die slaap dan).
De hoofdprijs is dat de slaap helemaal niet wordt gevat, troostprijs is een knock-out door uitputting en na vier uurtjes weer klaarwakker.
Draaikonterijen en dekbedworstelingen zijn het gevolg totdat, na het opgeven der moed, een wanhopige strompelgang richting Nepspressoapparaat troost moet bieden.
In een poging, om ten koste van jullie leesplezier, het van mij af te schrijven hoop dat dit in- en uit de veren verhaal slaapverwekkend genoeg was, kan ik daar in ieder geval niet meer door wakker liggen.
Tekst: Mink Out. Binnenkort de bundel. Meer: www.conck.nl
Frank Frankrijk. Minks wekelijkse column 15-1-2020
Frank, in de omgang een super sociale man, uit het niets was hij daar en behoorde al snel tot de innercircle der bezoekers.
Hij trok wel altijd zijn eigen plan en dat mag ook.
Gesprekken met hem gingen ergens over, intelligente gozer maar ook bij een koetjes- en kalfjesverhaal loeide hij moeiteloos mee.
Goede baan, lekker huis, parttime relaties, altijd strak in het pak. Maar toch verstikte dit Randstadleven hem, hij wilde er vanaf, iets in de natuur met kabbelende rust, het echte leven.
En zo gebeurde, met wijn zaten we na het sluiten van de kroeg in zijn lege huis om de hoek, morgen zou hij richting Frankrijk gaan.
Het had iets droevigs, (daar komt dat prachtige woord) iets melancholieks, dat afscheid, stemmen galmden door het lege pand, lichte plekken op de wand als stille getuigden van wat ooit was.
Alleen de hometrainer stond er nog, zo’n fiets die je ondanks hard trappen nergens brengt, of ík hem wilde, neen das niks voor mij.
We dronken er één…… en nog een paar en toastte op zijn nieuwe stap: Een camping in de Auvergne boven op een berg, echt topJ.
We hoorde niets meer, zo was Frank nou eenmaal, als je dat weet maakt het weinig uit hé, nietwaar? Zoek ik hem op, mooie bestemming.
Met een gebruind hoofd in T-shirt, korte broek en slippers, trof ik hem aan. Zat op zijn gemak appels te schillen in een schommelstoel.
Op de gevel achter hem flitsten hagedisjes tussen grof steenwerk, de verzengende hitte leek de druk tjirpende krekels niet te deren.
Zo was Frank Frankrijk in zijn element, hier had hij het voor gedaan.
“Heeeeeeee Mink, nog steeds met die nep-Harley, aardig ritje zeker”.
Gastheer pursang, eten, drinken en een plaats om de vermoeide reiziger rust te geven, heerlijk, dit aards paradijs.
Plots was hij weg, de camping verkocht, wist ik, hij had het verteld, jammer, maar na 15 jaar was hij ook hier klaar mee, kan gebeuren.
Hij ging niet meer terug naar Nederland, woont wellicht ergens in de Auvergne, nooit meer wat gehoord, zal hem ooit nog weleens zien.
Ach, zo is Frank Frankrijk nou eenmaal, als je dat weet maakt het weinig uit hé, ieder zijn ding nietwaar, ?????
Tekst: Mink Out. Binnenkort de bundel.
Piep zei de Muis. (Verb). Minks wekelijkse column 8-1-2020
In de boedelscheiding was beslist dat ik het ouderschap verkreeg over het Truus, Trees en Toon trio. Mijn ex-prinses ooit op andere gedachten kunnen brengen anders had ik nu, door ene Teun, een kwartet gehuisd.
Tis is minder dramatisch dan u denkt, het gaat niet over drie bloedjes van kinderen maar over een trio professioneel profiterende katten.
De door mijn moeder meegebrachte speelgoedmuizen lijken verbluffend echt. Hoewel, ze bewegen niet en er zit een knalgele bij, daar trapt toch geen hond in.
Thuisgekomen posteer ik me met geurende koffie op de IKEA Villasund zitbank .
Na een lange dag mijn dampende voeten en bonzend hoofd even in de ruststand.
Zet mijn prachtige flatscreen van 116 cm diagonaal aan (Ja, ja, klein piemeltje:-).
Buiten is het guur, Truus, Trees en Toon, spelen met de (niet gele) nep muis.
Met z’n 3en proberen ze hem onder de glazen salontafel -waar ook ik aanzit- vandaan te vissen, niet makkelijk omdat de onderste glasplaat zo’n 3 centimeter boven de vloer zit en het speeltje precies in het midden ligt.
Als ik een little nip van mijn Lidl nepspresso neem verbeeld ik me dat de dummy onder de tafel beweegt, zou ik door vermoeidheid wellicht hallucineren?
Terloops hou de aan mijn verstand knagende gaten-kaas-maker in het oog.
Ik schrik me rot: HET BEWEEGT, deze muis zit als een rat in de val.
Geknield zit ik er met mijn neus bovenop. Het mooie snuitje, met de glanzende kraaloogjes en de fijne snorhaartjes, straalt angst uit.
De Tommen zijn overduidelijk niet van huis want deze Jerry heeft er zo te zien geen behoefte aan een klompendans in te zetten.
Vlug een tupperware bakje, til de tafel voorzichtig op terwijl ik het trio bloeddorstige roofdieren met schoppende bewegingen op afstand hou.
De piepende prooi maakt het makkelijk, alsof hij me begrijpt kruipt de kleine onderduiker in het schuin omhoog gehouden bakje, hand er op en wat nu, drie kattenkoppen dringen zich aan mij op.
Bakje ff los, een oude LP hoes uit de la: Staying alive, Saterday night fever J. Als in een griezelfilm loopt het bakje schijnbaar uit zichzelf door de kamer, behoedzaam sluipen Truus, Trees en Toon er achteraan.
Snel de platenhoes er onder en dan de kortste weg naar buiten, voor aan straat uit het raam, (woon op de begane grondJ). Terwijl ik achter me drie driftige katachtige bevecht laat ik het opgeluchte wezentje op de vensterbank los.
“Piep” roept het piepkleine muisje dat toch aardig in zijn piepzak heeft gezeten en gaat er als een haas vandoor, nog maar ff een nieuwe nepspresso zetten.
Tekst: Mink Out. Binnenkort de bundel. Meer: www.conck.nl
Antisnurk-neusbeugel. Minks wekelijkse column 27-11-2019
Klaas Vaak vergat hem vanavond zand in de ogen te strooien.
De kerkklok slaat glashelder, eenzaam en kort twee keer.
Dadelijk vroeg naar zijn werk, paniek steekt de kop op, alles is zowat gedaan, uit verveling FB en mail bijgewerkt, de schaapjes meerdere keren geteld, veel dingen overdacht, hersens blijven malen.
Hij draait zijwaarts richting Josje en bekijkt haar nauwkeurig, streelt zacht haar mooi gezicht, nog steeds een prachtige vrouw, oké wat kraaienpootjes maar dat maakt haar nog interessanter.
De slanke halslijn gaat vloeiend over in een ontblote schouder en wakkert zijn lust aan en daar is tie weer: de antisnurk-neusbeugel .
Sinds ze die gebruikt slapen ze, behalve hij vanavond dan, opperbest.
Zij blijft in een diepe Doornroosjedroom, één aanblik van Josje ‘s hoofd met dat rode stuk plastic onder d’r neus doet zijn lust haar wakker te kussen subiet verschrompelen.
Hij slaapt ook best omdat de bossen tropisch hardhout die ze
s’ nachts omzaagde nu nóg groter kunnen groeien.
Om haar rust niet te verstoren glijdt hij zacht onder de dekens vandaan, pantoffels, trap af, kopje kamillethee, goor spul, met zo’n smaak zou je nooit meer in slaap vallen.
De katten lopen rond zijn benen te draaien, de puberbuurjongen van hiernaast komt thuis op zijn longboard, de gelijkmatige cadans van ratelende wieltjes over de stoeptegels liegt niet.
Dan maar een glas whisky en het nieuws: twee buiten de pot pissende Marco’s, een Marc die en passant 70 doden heeft gemist, een clubje te agressieve Mocro ’s, enz, enz, in Godsnaam: mag ik slapen, hij kiepert zijn glas leeg en loopt stillekes naar boven.
Blootgewoeld ligt ze op het bed, hij dekt haar teder toe en schuift aan, ze slaat haar zachte ranke armen om hem heen, brabbelt wat, een zalige samensmelting, bedwelmd voert ze hem droomland binnen.
Beter zo samen mét antisnurkneusbeugel dan alleen in de logeerkamer.
Morgen dat aseksuele ding gewoon wat, of veel, later er in, trusten.
Tekst: Mink Out. Binnenkort de Bundel. Meer: www.conck.nl