Regen. Minks wekelijkse column 17-6-2020

 
Regen. Minks wekelijkse column 17-6-2020
 
Het is zo ver, Den Ouden Neel, mijn 96 lentes tellend moedertje, mag na dik twee maanden isolatie weer mee op stap.
Van de twee uren beschikbaar wordt er bij aankomst al zo’n twintig minuten opgeslokt door allerlei antivirale activiteiten.
De opkomst is groot en het netjes op 1,5 meter (voor)dringen bij de luchtsluis wordt niet geschuwd, eenieder wil tegelijk op bezoek, heb ze nog nooit gezien, zeker een soort van trendy om juist nu te gaan.
 
Nou ja, het voorgenomen haringeten aan de haven valt in duigen omdat broer Ger onverwacht met 5 van deze zilte ex-zwemmers binnenkomt.
Naar de boulevard dan maar, het regent hele Goudse pijpenstelen.
Broer Ger gestoken in gele regenjas met trendy capuchon, ik soppend achter een wuivende Ouden Neel ’s in rolstoel met een mega oranje paraplu maakt van onze binnenkomst in Bonononoos een ware attractie.
Overigens smaakt het appelge-bakje-koffie met slagroom doornat nog beter dan bij zonneschijn, hoewel de vette haringen zich in mijn maag, niet als een vis in het water gedragen.
 
De forse strandtenteigenaar, dwingt een soort van natuurlijk respect af, geen overbodige luxe in zijn vak lijkt me zo.
In tegenstelling met het weer is hij de rust zelve, gewend om dingen te nemen zoals ze komen, zo lijkt het tenminste.
Links en rechts maakt hij een quasi ontspannen praatje maar met mijn eigen kroegbazen ervaring merk ik dat niets hem ontgaat.
Hij heeft iets van een generaal, onverstoorbaar, niet te peilen en wel heel erg alleen met het ontij, hem door lot opgedrongen.
Hij loopt een troosteloos strand op, de koude douche stroomt meedogenloos door, richting de branding ff een sigaret, in zijn strandtent mag immers niet gerookt worden.
Hoe moet zo’n man zich na maanden ‘Coronale’ sluiting en nu weer deze meteorologische kwinkslag in godsnaam voelen.
De een demonstreert terwijl de ander een strandpaviljoen runt, tis maar waar je zelf voor kiest, ieder zo zijn opoffering.
 
Terug in het tehuis maant de zuster ons fijntjes dat we te laat zijn, ook dat is van levensbelang, ondanks de regen was het een fijne dag!!
 
Tekst: Mink Out. Binnenkort de bundel. Meer: www.conck.nl
1949 The Mediterranean Cat. Baltus (Balthasar Kłossowski de Rola).

Lees verder

Die wil ik. Minks wekelijkse column 10-6-2020

 
Die wil ik. Minks wekelijkse column 10-6-2020
 
Frans was onze vreemdste vriend, videospelletjes daar leefde hij voor, hij was min of meer een autist zeg maar ff.
Koortsachtige interesse voor vrouwen, zoals de rest van ons motorclubje, had hij niet, nog nooit een vriendin gehad, deze knaap.
 
Het regende hard en als alternatief voor het motorritje door de straat der betaalde liefde werd er, als tijdverdrijf, gescrold op een site waar Oekraïense prinsessen naarstig een gemaal zochten die hen op zijn spierwitte paard wegvoeren zou uit dit zo asgrauwe land.
De ‘zo’s’ en de ‘die is lekkah’s’ klonken bij iedere foto opnieuw door de ruimte, een wat minder filmsterrisch type werd met honend gelach meteen door gescrold: “terug” beval Frans met een vastberaden blik in zijn ogen, toen de foto opnieuw verscheen sprak hij stellig: “die wil ik!!!”, zijn besluit stond vast, geen ontkomen aan.
 
Na talloze brieven en wat korte bezoekjes aan Svetlana ging het richting Odessa voor de bruiloft, wij op de motoren en Frans met zijn oude Mercedes. Een rit om nooit te vergeten, de politie was de baas en hoe, ze plopten uit de grond en vonden altijd wel een rede ons te bekeuren (7 stuks maar liefst), betalen uitsluitend a contant.
Frans was niet te houden en wilde snel zijn aanstaande bruid zien. Een autist waardig ging hij plankgas, over kiezelweg en sintelpad, op zijn doel af totdat een langgerekt oliespoor aangaf dat het the end of the road was.
 
Recalcitrant ging hij lopend verder, met ons stapvoets in zijn kielzog.
Met nog slechts zo’n grove 300 km te gaan liep tie daar dan.
Verstand op nul met zo’n nuffig hoofd van ik red het heus wel alleen.
Uiteindelijk kon Frans, met de hulp van éne Iwan de verschrikkelijke rit in een grote BMW zonder nummerplaten en tegen betaling, zijn Svetlaantje in de armen sluiten.
Bij het jawoord in de prachtige orthodoxe kathedraal van Odessa moest zelfs ik, stoere motorboy in leather, een traantje wegpinken.
Vandeweek de 15e verjaardag van hun dochter gevierd, ze zijn nog steeds smoorverliefd, een prachtig waar gebeurd verhaal.
 
Tekst: Mink Out. Binnenkort de bundel. 
1884 Choosing a Bride for a Grand Duke. Ilya Repin.

Lees verder

Gekreukte nachtvlinder (verb). Minks wekelijkse column 25-5-’20

Gekreukte nachtvlinder (verb). Minks wekelijkse column 25-5-20

 

Het miezert, kinderhoofdjes glanzen bij het licht van de oude lantaarn in deze Haagse steeg.

Hier liepen ooit mensen die ik slechts ken van verhalen, foto’s en schilderijen.

t’ Heeft wel iets, alsof je zo van Gogh of Couperus tegen het lijf kan lopen. Een ouderwetse steeg die al eeuwen door het centrum slingert.

Het geluid van mijn voetstappen galmt tegen de muren op, achter me, een tweede voetstappenserie, doet me denken aan Jack the Ripper.

De scene is er klaar voor, een beeld flitst door me heen, ik onder een laken, in zo’n koelcel met een kaartje om mijn teen geknoopt.

De tweede stapserie stopt, drie kloppen op de deur, “kom maar binnen” hoor ik gedempt. Ik draai me om en zie nog net een doorleefde mannentronie de steeg afspieden om daarna de deur weer te sluiten.

Het leek me een goed alternatief, zo’n illegale kroeg. Thuis wachtte niemand en ik had zin in rook en bier.

Drie kloppen later zat ik binnen, de barman deed zijn werk zittend vanaf een kruk. Hij zette een fles bier voor me neer: “geen tap vandaag!”, wist ik dat ook meteen.

Het was niet veel soeps maar na paar klokken van het koude pijpie bier en een forse trek van mijn shaggie, voelde ik me helemaal thuis.

 

Op de meest prominente barplek stond zij, haar tongval gaf aan dat ze al uren geleden het land der nuchteren had verlaten.

Als de rood beglaasde zonnebril haar niet uit de toon deed vallen dan zorgden het té strakke truitje en de té witte zonneklep daar wel voor.

Oude vrouw tussen jonge nachtmensen, hunkerend naar de jeugdigheid die haar overduidelijk en zonder medelijden vaarwel had gezegd .

Ze lachen je uit, zoals jij dat deed in de tijd dat legers aanbidders je stuurloos kwaken nog wel serieus namen uit begeerte naar je ‘verblindende’ schoonheid.

In een poging met een nuffig, opgeheven hoofd de dronkenschap te verdoezelen wankel je quasi stabiel richting de uitgang.

Bij het jouw nakijken vervliegt zelfs het laatste stukje jeugd doordat de té strakke legging, het omspannen moe, naadloos is uitgescheurd.

 

 

Tekstverantwoording: Mink Out.                

1876 The Absinthe Drinker. Edgar Degas.

Lees verder

Vlinder. Minks wekelijkse column 27-5-2020

 
Vlinder. Minks wekelijkse column 27-5-2020
 
In de tuin achter de zaak stond 25 jaar geleden een klein zielig plantje, rare stengels, niks bijzonders, een soort van onkruid dat zijn wasdom dankte aan tijdsgebrek om te wieden.
 
De herenboer van de andere Vlietoever, die er verstand van had, sprak: “tis een vlinderplant, laten gaan, ze zal je rijkelijk belonen”.
Geenszins veeleisend, af en toe opbinden tegen de ijzeren buitentrap waar ze met een karig reepje schrale zandgrond, wat zon en een toevallige spat hemelwater dik tevreden was.
Deze vaste gast zonder centen, betaalde met de weelde van haar geurende paarse bloesems die, gekust door talloze bontgekleurde vlinders, de grauwe cafétuin omtoverden in een aards paradijs.
 
De tuin moest op de schop, alles werd strak met decoratief beton tussen palen. Teneinde een mooi rechtlijnig muurtje te creëren werd een touwtje gespannen en wat bleek, Vlinder stond knap in de weg!!!
Dat was een dikke vette streep door een strak plan, twijfel sloeg toe maar het kon niet anders, de bijl erin, hoeveel weken per jaar stond ze nou eigenlijk helemaal in bloei?
Vlinder laten staan was te veel gedoe, een kaarsrechte schutting met een omweg of een hap eruit was echt geen gezicht, pak de zaag!!!
 
Thuis in bed lag ik te woelen, ja tis toch een levend iets en wie ben ik om dat zo maar te beëindigen, ze was wel mooi en zo groot al.
Ik kon de slaap niet vatten, vroeg in de morgen met lood in mijn schoenen naar het café, verzamel moed aan een muisstille bar, pak de zaag en loop een in ochtendnevellen gehulde tuin in.
Dramatisch gezien de ideale setting voor een niet natuurlijke dood.
Ik drukte de zaag tegen de schors, zette aan……… Als door een slang gebeten gooide ik vol afschuw het moordwapen van me af… Hoe kon ik!
Met heel veel gedoe en een forse opoffering in het rechtlijnig design is Vlinder’s karig reepje zand nu veranderd in een fijn stukje woestijn waar ze binnenkort gezelschap krijgt van pioentulpen of zoiets.
 
Nu maar hopen dat de opgeschoonde omgeving haar bevalt en we nóg lang en gelukkig, saam door het caféleven zullen vlinderen:-)
 
Tekst: Mink Out. Binnenkort de bundel.
2016 Butterfly. Dorethea (Dusje) Voorthuis.

Lees verder

Paalmutsen. Minks wekelijkse column 20-5-2020

 
Paalmutsen. Minks wekelijkse column 20-5-2020
 
Daar lag ik dan dweilend in de modder, vechtend met een betonnen paal die waterpas in de grond verankert moest worden.
Bij gebrek aan inkomsten om de klus uit te besteden en tijd zat was de beslissing rap genomen: ik zou zelf de caféschutting plaatsen.
Enig vergelijk met zo’n Eerste Wereldoorlog strijder, die ondanks zijn hopeloos geploeter in het slijk der aarde geen centimeter opschoot, kon ik moeilijk onderdrukken.
 
Naarmate mijn battle for building a great wall langzaam en on-zeker een overwinning beloofde drongen ook de positieve kanten van deze monsterklus tot mijn bewustzijn door.
Dit basale geworstel met deze onderschatte klus wees me, zoals zo vaak, op de menselijke grenzen die ik wederom had opgezocht.
Met knoestige knuisten in de aarde wroeten om dwarsliggende stenen en kapotte flessen uit de klei te wpulken bracht het menselijk oerinstinct weer in mij boven, door de vele gemakken was ik het vergeten.
Tis dat heerlijke gevoel van met je blote voeten op het gras of door het zand lopen, al doende denk je: tuurlijk, zo voelde dat!
 
De noeste arbeid met betonnen planken, palen en zakken snelcement viel mij niet licht en bracht me zelfs tot een punt van wanhoop maar toch, op een bepaald moment was de strijd beslist en gewonnen.
Thuisgekomen laat ik mijn getergd lichaam in het weldadig bad met dennengeur zakken en leg amechtig mijn hoofd op de rand te rusten.
Gewikkeld in een dikke badjas op de bank smeer ik mijn gehavende handen in met uierzalf, gesloopt maar de overwinning smaakt zoet.
De opmerkelijke titel van deze column: ‘paalmutsen’ raakt slechts terloops de verhaallijn maar is te mooi om niet te noemen.
Het is de bedekking die de bovenkant van de geplaatste betonpalen gaat sieren, net besteld, 6 paalmutsen dus:-)
 
Nog een paar klusjes en we gaan beginnen de Horecahonger te stillen, op rantsoen, kleine stapjes, twee aan een tafel en de BOA is de baas. Hoop dat het goed- en over gaat, na die great wall ben ik er bijna klaar voor, nu alleen nog even die 1,5 meter wurggreep, voor hoelang.
 
Tekst: Mink Out. Binnenkort de bundel. Meer: www.conck.nl
 
 
1914 A Short Respite. Hans Andersen Brendekilde (Danish painter) 1857 – 1942.

Lees verder

Voor jezelf beginnen. Minks wekelijkse column 13-5-2020

Voor jezelf beginnen. Minks wekelijkse column 13-5-2020
 
“De inschrijving bij de Kamer van Koophandel is een feit, vanaf heden morgen ben ik zelfstandig ondernemer” kraaide Marian.
De barhangers deelden opgewekt in haar succes, niet in het minst door het rondje om dit heugelijk feit kracht bij te zetten.
Onder felicitaties en klapzoenen bubbelde het plezier in en over klinkende glazen, de ruimte bruiste van jolige levenslust.
In het feestgedruis vroeg Mike: “en wat ga je doen als ondernemer?” “ZELFSTANDIG UITVAARTBEGELEIDER!!”
Als bevroren stond eenieder stokstijf, stilte nam bezit van de bar.
“Nou ja, die moeten er ook zijn” doorbrak Angelique droog de stilte.
“Als het einde nadert heeft men iemand nodig die dingen met gevoel voor ze regelt, met mijn achtergrond in de zorg kan ik dat en het klinkt misschien raar maar het lijkt me heerlijk om te mogen doen”.
Begrip voor haar keus daalde langzaam in, ’t werd toch nog gezellig.
 
En dan de reclame, dat is een lastige maar je moet wat dus kregen alle relaties een prachtig tasje met daarin een klein flesje bubbels om via het internet, tegelijkertijd te kunnen proosten op de aftrap.
Verdere inhoud: wat stemmige kaarten, een introductiefolder en iets dat me intrigeerde: een laatste wensenlijst.
Nou ben ik 63 en cafébaas dus 50 levensjaren zitten er voor mij zeker niet meer in, een tel bekroop me het nare gevoel dat Marian deed aan metrisch profileren maar dat bleek, na een rondvraag, niet het geval.
 
Daar lag tie dan, een mooie kaart met bloesems er op, een beetje eng.
In de stilte van mijn nachtelijke slaapkamer sloeg ik hem eerbiedig open: alleen in een limousine of ‘gezellig’ met z’n allen in een busje, wat voor muziek, sober of party, cremeren of begraven, in een urn of niet (alleen bij crematie dan:-)? Ik kreeg een visioen, daar lag ik, zonder kist, mij te benauwd, met een bosje pioentulpen in mijn handen.
Canon in D van Pachelbel en Derp van the Bassjackers, tja ik ben/was een gevarieerd, onpeilbaar gozahtje met een goed hart (dacht ik;-).
Ik vulde hem in, het kan maar geregeld zijn iemand moet het doen.
De eerste stap in mijn graf leek gezet, de ultieme acceptatie van mijn sterfelijkheid, eens ga je toch, met of zonder zo’n laatste wensenlijst.
Nou Marian, lieve schat, de eerste klant is binnen, we wachten kalm af.
 
Tekst: Mink Out. Binnenkort de bundel. 
 
 
1915 Summer Morning. Charles Courtney Curran (American artist) 1861 – 1942.

Lees verder

Depressief???                     Minks wekelijkse column 6-5-2020

Depressief???                     Minks wekelijkse column 6-5-2020

 

Ik ben een motor- en schilderijenfreak, beetje een vreemde combi maar het is zo, er zullen er toch wel meer zijn zoals ik???

Na 9 jaar motorvakantie met overwegend Franse musea als doel was dit jaar het spiksplinternieuwe Munchmuseum aan de beurt.

Ik zou met mijn nep-Harley, een Honda Shadow, per boot naar Oslo varen en dan rijdend via Stockholm en Kopenhagen weer af te zakken naar, mijn meer permanente verblijfplaats, Nederland.

    

De schilder Edvard Munch is hij van dat schilderij: De schreeuw, ze noemen zijn stijl ook wel Expressionisme, zeg maar ff op het doek zetten hoe je je van binnen voelt.

Nou, onze Edvard voelde zich van binnen over het algemeen niet zo senang, zeg maar gerust depressief, net als die andere Expressionist, van Gogh, met wie de last van het leven ook niet lichtzinnig omging.

De expressie op hun doeken wás wellicht zo virtuoos omdat ze op andere manieren van gevoelens uiten beiden flink te kort schoten.   

 

Nou ben ik van mezelf een redelijk opgewekt mens dus zou je denken wat trekt je in deze melancholieke mannen, tja, wellicht is het hun worsteling met het leven die mij boeit, tegelijkertijd de schilderijen die dat overduidelijk bewijzen, das toch prachtig.

Net als bij Vincent had ik alle belangrijke plekken uit het leven van Munch opgezocht en, voor een bezoek, op de kaart gemarkeerd.  

Maar ja, u voelt hem waarschijnlijk al………. Door ‘Cor’ valt mijn plan mooi in duigen, een dikke streep erdoor, had me zo verheugd.

 

Neem het deze dagen steeds vaker waar, dat ‘ik’ verhaal van mij.

Geneigd om alleen mijn eigen situatie te belichten: mijn Oslo debacle, het bezoekverbod van Den Ouden Neel en het zwaard van Damocles dat, aan slechts een paardenhaar, boven mijn café bungelt.

Gewoon stoppen met dat getreur, het dient geen enkel doel en als ik niet uit kijk zou ik er nog depressief van worden.

Met bovengenoemde virtuozen ben ik niet in slecht gezelschap, maar uit mijn zwaarmoedigheid zal geen kleurenexplosie voortkomen.

De voedingsbodem voor mijn kleurenpracht ligt juist in levenslust.

Dus ‘Cor’: wegwezen, ik ga weer verder met mijn machtig mooi leven.

 

Tekst: Mink Out.        Binnenkort de bundel.         Meer: www.conck.nl

1900-05 Under the stars. Edvard Munch.

Lees verder

Morren.                                Minks wekelijkse column 29-4-2020

Morren.                                Minks wekelijkse column 29-4-2020

 

We zouden van Utrecht naar Amersfoort, dat rijd je zo aan maar in ons geval moesten we lopen en nog wel in het donker.

We waren met honderd, onder de wapenen geroepen, twintigers die de Sovjets op andere gedachten moesten brengen bij een eventueel snood plan heel Europa communistisch te bevrijden.

Kees was de baas en de slimste, dat kon je zien aan de sterren op zijn iele schouders, dit mannetje van stavast liep fier voorop.

Hij was gemiddeld gezien de beste partij om dit zootje langharig tuig in het gareel te houden en veilig naar hun warme bedden te loodsen.

 

Regen striemde de Utrechtse heuvelrug, het bos was donker, de karresporen zompig, laarzen zakten tot aan enkels in modder.   

Geroezemoes klonk: volgens de kaart moest er allang een pad naar rechts zijn, een coördinaat waar ook Kees in stilte mee worstelde.

Het geroezemoes ging over in gemor, het tempo daalde, de sfeer werd allengs grimmiger, negatieve kreten stegen uit de gelederen op.   

   

Tegen zijn plat Haagsche, trouwe metgezel, fluisterde Kees: “ik heb ook geen flauw idee, die afslag bestaat niet”.

“Kees, jij bent de slimste, grijp in nu het nog kan”.

Kees liet halthouden en sprak met straffe stem: “De eerste de beste die ik vanaf nu nog hoor zeiken gaat morgen op rapport en zal niet sloffen, ik leid, jullie volgen, en nu zonder morren verder!”.

 

Zuigend gesop van 200 laarzen was het enige geluid dat nog klonk.

Het bleek een kaartfout, 2 km verderop was de verlossende afslag.

Kees keek schuinweg en opgelucht naar zijn platte Hagenees, gered.

 

Regelmatig denk ik de laatste dagen aan dit leerzaam voorval.

Nu er mensen hun stinkende best doen om die ‘Cor’ crisis zo goed mogelijk te regelen hoor ik meer en meer gemor in de achterhoede.

Er zijn natuurlijk meningen te over maar laat die mensen nou gewoon doen wat zij nodig achten, met hen hebben we, gemiddeld gezien, een beste kans om uit dit donkere bos te komen.

We moeten het liefst even luisteren, door de modder ploegen, hopen dat het goed komt en gewoon ff niet morren.  

 

 

Tekst: Mink Out.        Binnenkort de bundel.         Meer: www.conck.nl

1902 Dennenbos. Gustav Klimt.

Lees verder

Puzzelen. Minks wekelijkse column 22-4-2020

Puzzelen. Minks wekelijkse column 22-4-2020
 
De huiskamermuren kijken dreigend op me neer, ze worden zo dik dat zelfs ík er claustrofobisch van word, tis tijd mijn horizon te verbreden. Mijn denkbeeldige horizon dan, de echte is met stille trom achter zichzelf verdwenen sinds we, zeer verstandig, die intelligente lockdown uitzitten.
 
Op zolder blaas ik het stof van opa’ s oude Willem Ruis hutkoffer, hij laat zich onder het protesterend gekraak der vergane jaren openen.
En daar zijn ze: legpuzzels, een hele stapel, zij gaan mij de weidse uitzichten bieden waar ik naar smacht en de muren weer netjes hun plaats wijzen.
Ik kies er 1 van wel 1000 stukjes, een kustlijn vanuit een blauwe zee, boten, strand, duinen, een lichtblauwe helaas onbewolkte lucht met meeuwen en een witte vuurtoren.
 
Het onderuitgezakt, over mijn uitpuilende navel, apathisch Netflix kijken is passé, ik ga fijn een puzzel maken.
Met koffie aan de grote tafel, radiootje aan en selecteren maar, zeegroen, luchtblauw, vuurtorenwit, mmmmmm die boot is ook wit.
Plots heb ik een doel in deze naargeestige tijd, iets om naar uit te kijken, om voor te leven, eerst de hoekjes en dan de randen.
Als opwellend water dringen de puzzelstukjes langzaam maar zeker vanuit de hoeken naar het midden op.
Wanneer een passend stukje zich gedwee zich tussen de anderen nestelt geef ik er met mijn vinger steeds een tevreden na-tikje op. Een soort uitbuiten van het petieterig succes, de verdubbeling van een miniem huzarenstukje, zo’n ‘dat heb ik toch weer mooi voor elkaar tikje’, wellicht kent u die overbodige gewoonte.
 
Een hunkering maakt zich van mij meester, hij moet af, koortsachtig verhoog ik de snelheid, mijn smachten naar het laatste stukje dreigt een obsessie te worden.
Het einde nadert, met mijn geluk is er wellicht nog een missend puzzelstukje, maar die is er tot mijn grote opluchting niet bij!!!
Het ‘We are the champions gevoel’ maakt al snel plaats voor een enorme leegte, ‘t is een soort van vriend geworden, en nu ineens klaar, hij heeft zijn nut gehad, al het bereikte lijkt plotseling zinloos.
Teleurgesteld haalde ik de stukjes los en doe ze terug in de doos.
 
Het heeft wat weg van het leven op zich, een hele puzzel die op het eind zo nutteloos lijkt, hoewel, tis fantastisch toch dat puzzelen.
 
Tekst: Mink Out. Binnenkort de bundel. Meer: www.conck.nl
1873 Dorp Scheveningen. Hendrik Willem Mesdag (1831-1915).

Lees verder

Ver weg. Minks wekelijkse column 15-4-2020

 
Ver weg. Minks wekelijkse column 15-4-2020
 
Peter zet zich schrap in de stoel, knipt het lampje aan en opent een boek, hij reist graag, deze keer naar Egypte.
Langs de Nijl van Cairo naar Karnac, prachtig uitzicht vanaf een luxe boot die wat ouderwets aandoet maar de service is prima, er is geen neen te koop, wel veel Engelsen aan boord trouwens.
 
Aan dek is het tijd om te relaxen, de middaghitte is verzengend, de linnen overkapping zorgt, god zij dank, voor de hoognodige schaduw.
Met een koud drankje en af en toe een zuchtje wind is het, op de mahoniehouten legstoelen, goed toeven.
Langs de oevers plonsen kinderen uitgelaten in het troebel nat dat met het water aan de lippen om opheldering schreeuwt.
Het silhouet van een kamelencaravaan schuift langs de einder die, door de rode gloed van de ondergaande zon, in brand lijkt te staan.
 
In de avond wordt er sjiek gegeten aan de prachtig gedekte tafel compleet met porselein en zilver bestek, het ene na het andere gerecht wordt opgediend, dit is pas een topvakantie.
Wat later loopt Peter verzadigd door het smalle gangetje naar zijn kooi, een pistoolschot klinkt, hij kijkt in de hut van zijn buurvrouw, bewegingsloos ligt ze daar, haar kussen kleurt traag rood, morsdood …
 
“Koffie?” Huh, huh, Peters avontuur spat als een zeepbel uit elkaar, plots zit hij weer in de knusse huiskamer waar zijn moeder een beker koffie met rietje in de standaard van zijn rolstoel zet.
Peter is spastisch en écht op reis gaan is voor hem een heel gedoe, hij heeft zijn fantasie zo verfijnt dat een boek voor hem gewoon een soort van vakantie is, dit keer is Dood op de Nijl van Agatha Christie zijn reisgids.
 
Peter doet dit soort denkbeeldige vakanties – noodgedwongen – zijn hele leven al: “tis milieuvriendelijk, goedkoop en nog all inclusive ook”.
Wellicht iets voor ons allen om in de toekomst aan te denken, of meteen, nu we door ‘Cor’ ook aan huis gekluisterd zijn, voor een paar weken, zonder rolstoel.
 
Tekst: Mink Out. Binnenkort de bundel. 
 
 

Lees verder