De deur sloeg dicht. Minks wekelijkse column 20-8-2025
De deur sloeg dicht. Minks wekelijkse column 20-8-2025
De deur sloeg dicht. Drie weken het rijk alleen zeg maar even.
Hun huwelijk leek nergens meer op. Ze leefden als broer en zus. En de laatste paar jaren ook nog eens als water en vuur.
Ja, de kinderen merken er niet veel van, hadden ze het idee.
Om bij te komen ging ze niet mee op vakantie, hij ging alleen met de kinderen.
Het was een mooi, groot huis. Jacks vader had het eigenhandig gebouwd.
Jack was hier zo’n 40 jaar geleden geboren. Het was hun huwelijksgeschenk. Jill was te snel zwanger dus trouwen. Jacks ouders wilden toch kleiner wonen.
Hoewel er geld genoeg was leefden ze sober. Jill hoefde dus geen baas.
Ze deed de kinderen en het huishouden. Het was een goede manier van leven.
Totdat Jack steeds later thuis kwam of soms helemaal niet, omdat het werk hem opeiste. Hij belde dan wel, maar de spanningen namen hand over hand toe.
En nu zat ze dus 3 weken moederziel alleen in deze uithoek van de Dolomieten.
Ze had dan wel een auto, maar durfde daar na het dodelijke auto-ongeluk van haar broer niet meer in te rijden. Het was snikheet in deze tijd van het jaar.
Binnen was het met de airco en de dikke muren nog wel redelijk uit te houden.
Op een drukke dag reden er een auto of vijf langs en boerenzoon Lorenzo die met zijn landbouwtrekker van de akkers naar huis en terugdenderde.
In de verte klonk een kerkklok, die de eenzaamheid leek te onderstrepen.
Het dorp hoefde ze niet in, want daar was niet veel bedrijvigheid meer over.
De laatste winkel had een paar maanden geleden, met bloedend hart, de deuren voorgoed gesloten. Met het tanende klantenbestand kon er geen sprake meer zijn van verantwoord zakendoen. Hoewel steeds vaker per week dicht, bleef alleen de pizzawinkel bestaan. De laatste plek voor een praatje.
Te vaak kon ze daar ook niet komen, want de al te opdringerige mannen die ze afwees bezorgde je in zo’n gehucht al gauw de naam van een té makkelijk wijf.
De massieve muren leken zo langzamerhand als monsters op haar af te komen.
Het ooit zo vriendelijk klinkend getjirp der krekels ging haar nu door merg en been. Er was geen ontsnappen mogelijk. In de hoek van de kamer zat ze met opgetrokken knieën, in het duister, op de koude granito vloer. Met de handen stijf tegen de oren gedrukt probeerde ze het gekmakend geluid te dempen. Een ijzige gil van onmacht ontsnapte aan haar wijd opengesperde mond.
Het werd zondag, de klok luidde eenzaam. De kerk riep, de deur sloeg dicht.
Tekst: Mink Out. Bundels verkrijgbaar op: www.conckshop.nl
1851-52 Ophelia. John Everett Millais.