Auteur Archief

Om te huilen. Minks wekelijkse column 20-10-2015

Om te huilen. Minks wekelijkse column 20-10-2015

Einde van de maand, doordeweekse dag, stil in de bar, televisie aan. Ongestoord eten: speklapjes, krielaardappeltjes en met nootmuskaat bepoederde spruitjes waar tussen een klontje roomboter hulpeloos ten onder gaat om nimmer meer boven te komen. Nieuws gulpt, vanaf het flatscreen, de caféruimte binnen.
Aan de dagelijkse zendtijd voor de ontheemde vluchteling begin ik al aardig te wennen. Dankzij een gulp (ja, vind het gewoon een leuk woord) van negatieve berichten kan ik nu gewoon met droge ogen deze catastrofe aanzien. Mensen die onder een plastic zeiltje in de gietregen afwachten op een kans hun grenzen te verleggen.
Aan het eind van de regenboog wacht de beloning, jawel: sobere doch humane opvang. Bijna geen verschil met je eigen huis, na een ‘beklagvolle’, verregende veertien daagse campingvakantie.
Ik stop een vijfde knapperig speklapje in mijn vette bek.

Nu even een echte catastrofe, mijn 153 cm kingsize grootbeeld, speciaal gekocht voor voetbal WK ‘s en EK ’s, zal volgend jaar niet zijn ‘doel’ dienen. Onze jongens zullen wél op het EK 2016 in Frankrijk schitteren, maar dan door afwezigheid. Ja, afwezigheid, een voetbaltechniek die de mannen, een enkeling daargelaten, in de voorfase al tot in de puntjes beheersten. Oefening baart kunst, zullen we maar schrijven. Erg jammer, niet in het minst voor de cafébaas die met dit soort evenementen het bodempje van zijn schatkistje weer eens met wat dukaatjes kan bedekken. Beter geven we het onderwerp, dit menselijk lijden dat een diepe wond heeft geslagen in Neerlands voetbaltrots, buitenspel. Decennia zal de verwerking vergen.
Vergeten???? Het afzichtelijk litteken biedt geen ruimte.

Tijdens mijn vla-triootje bereikt een ander ‘iets’ om van te huilen mijn net- en trommelvliezen. De Nederlandse ui verovert de wereld, maar liefst 462 miljoen kilo export per jaar. Met jawel, de roze ui als onbetwist hardloopspecialist. Wellicht een mondiale baanbreker van de betwiste vrienden en vriendinnen der Roze driehoek. Hebben we dat probleem ook meteen pootje gelicht.
Een internationaal uiencongres ter verbetering der globale uienpositie, moet de uientelers behoeden, voor verkoop van knollen voor citroenen.
Een internationaal uiencongres? Het lijkt Brussel wel, om te huilen. Flat-screen uit, muziekje op, ik ga maar aan de afwas en hoop dat er binnenkort weer wat meer te lachen valt.

Tekstverantwoording: Mink Out. 

Lees verder

Off the Record. Minks wekelijkse column 13-10-2015

Off the Record.           Minks wekelijkse column 13-10-2015

Koos was al dik een jaar werkloos, meer dan tweehonderd sollicitaties, moedeloos werd hij er van, er moest wat gebeuren.

Het pandje op de hoek, een tweedehandszaak?

Met tienduizend geleende guldens van familie voor de borg, een oud busje en een advertentie in de Gouden Gids was hij plotseling handelaar in roerende goederen, ‘praktijk houdend’ in een pand aan de Tulpenkasteelstraat. In de nacht stroopte hij met zijn krakkemikkig busje het groot vuil af. Spoedig stond zijn zaak vol met spullen en boerde hij redelijk. Met soppen van koelkastjes, repareren van meubeltjes en nog tal van andere karweitjes die voortkwamen uit dit ondernemerschap, had Koos zowaar zijn eigen baan gecreëerd.

De angst gepakt te worden omdat hij stiekem zijn uitkering aanhield baarde hem zorgen maar alles beter dan doelloos thuis zitten.

Een oproep van de uitkeringsinstantie: “We hebben werk voor je, bij de gemeente, vierdaagse werkweek, autootje van de zaak, goed loon, pensioen, VUT, woonwerkfiets, laptop en een personeelsvereniging, kortom de baan die je altijd al wilde hebben Koos”.

Mmmmmm, dacht Koos, inderdaad de baan die ik altijd al had willen hebben maar nou zit ik net met al die schuld, kan ik nooit meer afbetalen van zo’n loon. “Mag ik je iets ‘off the record’ vertellen”, “Natuurlijk Koos” sprak Jan-Maarten joviaal. “Ik heb net, met een vette lening, een tweedehandszaak gestart, ik kan die baan nu gewoon niet nemen”. “Dat is lekker, je zit me gewoon te vertellen dat je fraudeert”, “Nou ja frauderen Jan-Maarten, laten we het een banenplan noemen”. “Ja, jij kan makkelijk praten maar ik kan dit niet verzwijgen”. “Je gaf toch je woord toen ik vroeg; of the record, lekker verhaal”. “Ik geef je een jaar en dan sta je op je eigen benen, met die tweedehands zaak. Zo niet dan ga je met die zelfde benen in zo’n geel pak papiertjes prikken op de Binckhorst, Koos”.

Door de terug lopende handel kon de lening op het nippertje worden afbetaald, niet in de laatste plaats doordat de gemeente op grote schaal kringloopwinkels uit de grond stampte om werklozen een soort van bezig te houden. En Koos, ja Koos, hij ambieerde geen baan als papiertjesprikker met bijpassende kledij op de Binckhorst. Laatst hoorde ik dat hij nu weer in de horeca zit, een beetje een rommelaar.

Voor de uitkerende instanties is hij nu in ieder geval: ‘off the record’.

 

Tekstverantwoording: Mink Out.                          Meer: www.conck.nl

Lees verder

Genezen. Minks wekelijkse column 7-10-2015

Genezen. Minks wekelijkse column 7-10-2015

Een flinke rij zwakkelingen staat zuchtend en steunend voor de balie van huisartsenpraktijk Jan Hendrik. Ze wachten op een serieus geval die ín een rolstoel- en áán het zuurstof zit.
“Die nemen er lekker de tijd voor, dat kan nog wel even duren”, zegt een bitch bits. Direct denk ik: als dat maar geen bonje wordt hier in de volksbuurterige Jan Hendrikstraat, het loopt gelukkig niet uit de klauwen. Ik sluit achteraan. Ze draagt een voor haar veel te jeugdige tijgerprint legging, heeft zich evenzo opgemaakt en de bondkraag aan haar kekke jackie is ook wel top voor een tienermeisje.
Zij dringt zich meteen op: ”Ik ben doodziek maar heb mezelf hier heen kunnen slepen” zegt ze, opmerkelijk fluks voor iemand wiens leven aan een zijden draad hangt. Ik knik begripvol van ja en denk bij mezelf: vuile hypocriet, zeg gewoon nee, ik doe het niet.
Als de File veroorzaakster klaar is wordt ze door een soort van bouwvakker weggereden. In het voorbij gaan sist onze tijgerbejaarde met een vernietigende blik ”dat werd tijd”.
Gelukkig heeft de bouwvakker geen zin in een verbouwing.

Nu gaat het snel, en al gauw loop ik achter miss wonderfull de wachtkamer in. Uit vrees dat deze vrouw me nog veel meer fantastische dingen over zichzelf gaat vertellen, zoek ik een plek uit waarbij we zo ver mogelijk uit elkaar zitten. Het maakt haar niet uit, een Surinaamse man is haar volgend slachtoffer.
De monoloog gaat in rap tempo verder: “Ik ben een goed mens en niet vals maar als ze me in de maling nemen dan word ik woest. Als ik over dingen nadenk, komen ze ook vaak uit, dat heb ik nou eenmaal.
En dan die ex van me, die komt steeds vaker, denkt zeker dat hij mij in de maling kan nemen. Hij heeft een kameraad, ik heb hem er voor gewaarschuwd, hij wou niet luisteren, tuurlijk ging het mis. Als ik het er over heb krijg ik gewoon weer pijn in mijn keel, chronische struma.
Ja ik heb vroeger in het stadhuis stage gelopen, juridische afdeling. Mijn zus vond het niks, die was altijd al jaloers op me, ga ik niet meer mee om, dat soort mensen zit ik niet op te wachten”.
“Meneer Out!” Gelukkig, de dokter als ‘verloskundige’: weg was ik.
Zo’n vrouw in de wachtkamer helpt wel, van die doktersbezoekjes ben ik voorlopig weer genezen.
Zou tijgertje door de zorgverzekeraar zijn ingehuurd?????

Tekstverantwoording: Mink Out.

Lees verder

Een wel erg jonge vriendin. Minks wekelijkse column 29-9-2015

Een wel erg jonge vriendin. Minks wekelijkse column 29-9-2015

Terwijl ik het glas poleer groeit er een palmboom langzaam en instabiel boven de bar uit. Er achteraan komt het guitig koppie van een meisjeskleuter van een jaar of vijf. Het vuurrood haar waaruit de palmboom handig is gemodelleerd, vervolmaakt dit kind tot Hollands next topmodel kids.
Na wat hulp van een, pak weg, 10 jarige, geniet ze triomferend van de door haar zo zwaar bevochten positie.“Hoi” sprak ik alsof het een volwassene betrof, “hoe heet je?”“Aniek en zij Lieke, is me grote nicht” sprak ze zichtbaar trots en zonder een enkel spoor van schroom.
Om het gesprek gaande te houden vroeg ik wat de dames te drinken wilde: “Een Fristy en een Chocomel”, ik plantte de blikjes voor hen neer, compleet met palmboom-glitterrietje. Ze volgde wereld-wijs-neuzerig mijn ‘geroutineerd’ handelen en begon een heel gesprek over haar kleine neefje Tony van twee, wiens verjaardag ze vierden.

Later floepten ze weg en meldde een knappe roodharige vrouw zich aan mijn bar. Met een knikje naar de buiten spelende Aniek, vlijmde ze: “Zo, dus jij wordt mijn toekomstige schoonzoon, ze vertelt aan iedereen dat jij haar nieuwe vriend bent”. “Aha, dan ben jij zeker de palmboomvlechtster!” We lachten beiden, het kinderfeestje trippelde door.
De zucht naar zoetigheid wint het van de schoonheid dus de Cars-taart wordt bruut in stukken gesneden. Tijdens het bitterballen bakken komt mijn rooie vriendinetje samen met een nog kleiner meisje bij de keukendeur staan welke ze voorstelt als haar nichtje Amy. “Dat is mijn nieuwe vriend” brabbelt ze, ik begin haar nu toch wel knap bezitterig te vinden, al een echte vrouw!
Amy loopt weg en we blijven samen achter. Om ons pril geluk een wat solider basis te geven vind ik het hoog tijd voor een ‘serieuze’ vraag.
“Hee Aniek, dat van die Sinterklaas, wat voor kleur vind jij nou het leukste voor Piet: rood, zwart of blauw misschien?” “Ik wil een roze Piet, roze is de mooiste kleur die er bestaat op de hele wereld” sprak ze in haar kinderlijke spontaniteit. “Nou dan ga ik aan de sint vragen of hij roze Pieten wil sturen, omdat jij dat leuk vind”.
Met mijn grote vriendin Aniek verliet ik de keuken, smalen glimlachend sprak de luistervinkse palmboomvlechtster: “En dan maken wij ons druk”.

Ook gezellig, een roze Piet. Voor Aniek blijft het gewoon; Sinterklaas-feest en daar gaat het toch om, einde discussie.

Tekstverantwoording: Mink Out.

Lees verder

Het zijn net mensen. Minks wekelijkse column 23-9-2015

Het zijn net mensen. Minks wekelijkse column 23-9-2015

“Verwacht: per één augustus 1994, asielzoekerscentrum in de Junostraat, een zijstraat van de Binckhorstlaan”, leest Bas met luide stem voor uit de krant en neemt een slok koffie.
“Nou Mink, veel succes, de komende vijf jaar: 600 gekken op een steenworp afstand van je café”.
Zij moeder had hem, blijkbaar met een vooruitziende blik, Drako genoemd, hij was van het imponeren, erg luidruchtig en eigenlijk gewoon oervervelend. Deze uit de kluiten gewassen Joegoslaaf was gestoken in een oogverblindend spierwit Haagse markt Nike trainingspak. Deze lumineuze verschijning zou de Witte reus bij een ontmoeting terstond doen verbleken maar dit terzijde. In Duits sprak Drako: “Als jij iemand wil, nekkie er af, ik iemand weet, 5000 gulden”. Een passend antwoord was van cruciaal belang, dus blufte ik in mijn beste steenkolen Duits: “Nou dan kunnen we zaken doen want ik weet iemand die het voor de helft doet, delen we de winst”. Na deze overtuigende Haagse bluf droop deze asiel zoekende ‘heer’ gelukkig af.

Sanna kwam ook uit Joegoslavië. Een moderne jonge gozer, ‘had’ een geluidsstudio in Sarajevo. Ging ondanks beschietingen vanaf de bergen gewoon door met zijn hobby, wat moet je anders.
Op een goeie (slechte) dag kwam hij fluitend de hoek om en kon zijn studio niet meer vinden, een grote krater was alles dat restte, ik zei nog zo: “Geen bommetje”, weg investering, weg droom, weg alles, in één (oorverdovende) klap.
Die Sanna, koud in Nederland en hij overtreed de wet, namelijk: de sluitingstijdenwet, samen met mij omdat elke avond, met hem, top was.
Met wodka drinkende Russen dansen en zingen, zo van Kalinka, Kalinka. IJskoude, donkere Jägermeister drinken met een nog donkerder stamhoofd uit het snikhete Somalië.
Als er een fiets werd gestolen, wist je in ieder geval waar hij was, bij de asielzoekers, dat mis ik eigenlijk wel. Nu is weg, echt weg, helaas.
Wat we toen met angst en beven op ons af zagen komen, viel achteraf heel erg mee, de hele wereld kwam op bezoek. Een wereld van boeven, gelukszoekers en echte vluchtelingen.
Probeer het eens, doe een beetje aan omdenken (moderne term, doet het altijd goed in zo’n column). Maak eens een praatje met ze en je zal zien: Asielzoekers, het zijn net mensen.

Tekstverantwoording: Mink Out. Meer: www.conck.nl

Lees verder

De bewonersbijeenkomst. Minks wekelijkse column 15-9-2015

De bewonersbijeenkomst. Minks wekelijkse column 15-9-2015

De koffieketel staat oprispend vol te zijn. Ambtenaren van de gemeente ‘Haviksoog aan de snavel’ hebben borden neergezet met daar op plattegronden over de herinrichting van het verpauperde hertenkamp. De geluidsinstallatie en beamer staan op scherp om de burgers op deze voorlichtingsavond klip en klaar uit te leggen wat de plannen zijn. En uiteraard is er ook ruimte voor inspraak door de burgerij, indien mogelijk.

“Ze zullen toch wel komen” grapt de zaalverhuurder, “Nou ja, het is pas vijf voor zeven dus we hebben nog even” zegt één der gemeenten ambtenaren kalm en onverschrokken. Langzaam loopt het zaaltje redelijk vol, de koffieketel lijkt net zo opgelucht als de zaalverhuurder die de kopjes als vliegende schoteltjes over de hoofden ziet gaan.
Dan bijt de gemeente-projectleider het spits af en legt vriendelijk uit wat de bedoeling is, gevolgd door wat opgetrommelde experts die ook een duit in het zakje doen met enkele woorden van ernstig belang.
De burgerbevolking mag spreken, onheilspellend veel vingers gaan de lucht in, er dreigt een lange avond.

De Huisvrouw, omringt door de geur van appeltaart en perencompote, mag als eerste: “Waarom geen fruitbomen in plaats van de door jullie voorgestelde iepen?” De groenteboer: “Fruitbomen, neen dat gaat alleen maar liggen rotten en wat denk je van de wespen”. De Milieu activiste: “Als u het geplande parkeerterrein realiseert, komt de paddentrek in problemen, had u daar al aan gedacht?” -Overigens, een pad is daar waar gelopen wordt, oud Chinees spreekwoord, wellicht van toepassing op dit verhaal-. “A pergola for some shadow in summer” sprak de bleke Engelse expat met het besproette gezicht.
“Er moet natuurlijk wel meer speelmeubilair komen” sprak de zwangere moeder. “Ik denk aan vleermuiskasten, dat zijn erg nuttige beestjes” opperde een man met opvallend lange hoektanden. “Genoeg lantaarns om in het donker tegen te kunnen leunen” sprak de opgedirkte vrouw wiens borsten, in haar gedecolleteerde etalage, als drilpuddingen heen en weer lilden.
De schrijfambtenaar pende tot ‘krampes’ voort en mijmerde met weemoed over het besluit af te zien van zijn VUT regeling destijds.

De moraal van dit verhaal lijkt me duidelijk, de zaalverhuurder ging in ieder geval tevreden naar huis.

Overeenkomsten zijn toeval.

Tekstverantwoording: Mink Out. Meer: www.conck.nl

Lees verder

Tijd kopen. Minks wekelijkse column 9-9-2015

Tijd kopen. Minks wekelijkse column 9-9-2015

Joop: tachtig, sukkelt als op eieren, steun zoekend tegen gevels voorwaarts. Hij gaat naar dat winkeltje op de hoek.
“Wij kopen en verkopen alles”, zegt het bord boven de deur.
Joop stapt binnen, waar een lawine van stilte hem kalm welkom heet.
Slechts het afstervend geluid van de windgong, die dienst doet als toegangsverklikker, stoort passend met een enkel vederlicht tingeltje.
Levensecht kijkt de opgezette zwarte kraai hem uitdagend aan.
Zwart-wit kiekjes van mensen uit lang vervlogen tijden zitten in open geslagen fotoboeken. Hij bladert ze door en ziet gelijkenis met zijn eigen leven.

“U komt tijd kopen?” vraagt plotseling een stem vanuit een duistere hoek. “Hoe weet u dat?”, “Mijn naam is ‘Toekomst’, aangenaam, alles wat gaat gebeuren heb ik al meegemaakt. Stel dat ik tijd kan leveren, waarmee denkt u dan te betalen?” “Met geld, daar heb ik zat van”. “Nou neen, dat zou te makkelijk zijn, tijd wordt betaald met tijd, je levert verleden in, en krijgt toekomst terug”. “Ok, dan lever ik bij deze mijn middelbare schooltijd in!” Dan klinkt uit een andere hoek ook een stem: “Neen Joop, die middelbare schooltijd kan niet, je werd gepest”. “Hoe weet jij dat?”. “Noem mij maar ‘Verleden’, ik heb van een ieder, alles meegemaakt wat reeds gebeurd is. De prijs wordt betaald in positieve-tijd, voor minder doen we het niet.
We willen de eerste tien jaren van je vaderschapstijd voor tien jaar langer leef-tijd, take it or leave it!” “Dat meen je niet, het was de gelukkigste tijd van mijn leven, raak ik die herinneringen kwijt?” Nou, niet alleen de herinneringen: je zal geen kinderen hebben, zij merken niets, gewoon nooit geboren, that’s all”.

Uit de andere hoek spreekt wederom ‘Toekomst’: “Joop, stop met prakkeseren, je gaat het toch niet doen. Geniet van het cadeau dat leven heet, je bent er toch, voor hoe lang weet alleen ik, koester deze rusttijd.
En nu Joop, sluitingstijd, ik ‘Toekomst’ krijg nog veel toekomende tijd en daar in die andere hoek zal ‘Verleden’ ook meer en meer moeten onthouden van toentertijd.
Joop, je bent op de plek waar ‘Verleden’ en ‘Toekomst’, ‘Heden’ kussen, laat dat waardevolle moment niet bederven door doodsangst”.
De zwarte kraai wendt zijn verslindende blik af en vliegt naar buiten, Joop strompelt huiswaarts, de winkel sluit op tijd…. die niet te koop is.

Tekstverantwoording: Mink Out.

Lees verder

Helder licht. Minks wekelijkse column 2-9-2015

Helder licht.                    Minks wekelijkse column 2-9-2015

 

Als ik ‘s nachts naar huis rijd trekt het schijnsel van de heldere TL buis boven een portiek steevast mijn aandacht.

Hier woonde jaren geleden Marilyn, ik liep tegen haar op tijdens een bruiloft en was meteen verkocht.

Na het omkopen van de DJ en wat koeien met gouden horens, voelde ik tijdens het slowen de warmte van haar delicaat lichaam door een flinterdun jurkje heen. Die bedwelmende warmte waar menig man willoos zijn vingers aan brandt. Van binnen onzeker als een Juffershondje maar van buiten vastberaden als een West Highland White Terriër begon hier onze liaisons dangereux (gevaarlijke verbintenis).

Ja, ze bleek al min of meer bezet te zijn door iemand die niet echt bij haar paste, zei ze. Hij was succesvol bokser maar te ver weg, op de avond dat ik met haar de divan deelde in dit huis van de heldere TL buis.

De bel ging, ze keek uit het raam naar beneden en sprak nerveus: “Er uit, daar is tie”, nou moet u weten dat ik niet voor een kleintje vervaart ben, maar ja een succesvol bokser? Het juffershondje in mij wilde met een hoog stemmetje gillen, IK BEN ER NIET, IK BEN ER NIET!!! Maar de West Highland White Terriër sprak beheerst: “Is there an exit in da house?”

Tegenover haar voordeur was de lift waar Marilyn mijn kleren en schoenen in smeet, ze drukte op de 11e en fluisterde: “217, mijn vrijgezelle buurvrouw Doutzen, je had haar laatst nog gesproken”. Daar ging ik dan, in adamskostuum met de lift (gelukkig) naar boven.

Wát kleding kreeg ik aan, maar toen Doutzen, in kort T-shirt, de deur opende stond ik daar wel als een Christusfiguur in kruisigingstenue.

‘s-Morgens werden we na een korte nachtrust wakker van de bel, Marilyn kwam binnen en gedrieën gebruikten we suf, voldaan en met verwarde haren het ontbijt, was die succesvolle bokser alweer verdwenen ?????? Ik ben niet zo’n complottheorieën figuur maar wellicht was er helemaal geen succesvol bokser aan de deur die nacht.

Bij deze gedachte maakt de gematigde glimlach op mijn lippen plaats voor een grote grijns.

Doutzen doet tegenwoordig iets in mode en aan Marilyn, helaas té vroeg overleden, denk ik nog dagelijks, zolang haar helder licht maar over mij blijft schijnen.

 

Iedere overeenkomst met genoemde personen of anderen berust op louter toeval. Tekstverantwoording: Mink Out.                       Meer: www.conck.nl

Lees verder

Fijn een stukje fietsen. Minks wekelijkse column 26-8-2015

Fijn een stukje fietsen. Minks wekelijkse column 26-8-2015

Het nieuwe fietspad op de Hoekweg in Voorburg langs de Trekvliet is nog niet klaar, maar wel rij rijp. Alleen nog de nieuwe, ouderwetse straatverlichting en the finishing touch: een steenmotief print. Mijn voorgesteld tijgerprintmotief werd, als niet passend voor een straat van deze statuur, weggestemd.
Enfin, een ieder die dat wil kan via deze fietsstraat (met auto’s te gast) lekker gladjes van Rotterdam naar Den Haag en vice versa rijden, het is maar even dat jullie het weten. Het werkt wel, steeds meer mensen zie ik voorbij pedaleren: afhankelijken, bakfietsers, uitgewekenen, verliefden, enz. Hieronder een greep uit de collectie.

-Verliefden. Hij trapt zich het leplazarus tegen de brug op, maar blijft quasi ontspannen, glimlachend met haar praten. Hevig verliefd zijn ze, dat zie je in één oogopslag aan de manier waarop ze met elkaar op die fiets zitten. Zij achterop in amazonezit met de armen stijf om zijn middenrif terwijl haar lichaam onder zijn arm door steekt. Ze zit als het ware om hem heen gekruld zodat ze in elkaars ogen kunnen versmelten. Deze twee-eenheid krijgt geen genoeg van elkaar. Ik gun het ze, beter gaat het niet worden, of wel. Fijn een stukje fietsen.

-Bakfietsers. Ze zwoegt over het stuur gebogen, zwetend als een otter, het haar voor de ogen, tegen de brug op. Vier rode peenhaar kleuters zitten stierlijk te vervelen in de bakfiets, terwijl ze als koningskinderen gereden worden. Ze denkt: lekker trendy, maar in het vervolg neem ík de auto en gaat hij maar fijn een stukje fietsen@*/#.

-Afhankelijken. U kent het misschien wel, die kinderen met zo’n aangehaakt fietsje achter die grote van papa of mama. Ze hebben het idee dat ze zelfstandig zijn maar gaan waar de grote leider ze brengt. Sturen, trappen lijkt te helpen dus ze gaan er vol overgave tegenaan.
Een tandem-achter-zitter, weet dondersgoed dat hij niet stuurt en lichtjes kan trappen. Hij vind het juist fijn, zo een stukje fietsen.

-Uitgewekenen. Hij rijdt met een rot gang van de brug af, en kijkt schichtig om zich heen. De kinderzitjes zijn leeg en zijn hoofd zit vol. Het huis aan puin geschoten met zijn vrouw er nog in. Geslagen en beschoten aan de grens van Macedonië en nu hopen op rust hier.
Kap is ff met grappen over vluchtelingen. Ga fijn een stukje fietsen.

Tekstverantwoording: Mink Out. Meer: www.conck.nl

Lees verder

Levensstroom. Minks wekelijkse column 19-8-2015

Levensstroom. Minks wekelijkse column 19-8-2015

Noem mij maar “Levensstroom”, zo wil ik dat graag.
Kleine druppels smeltwater spatten op rotsen uiteen om later sporen trekkend elkaar weer te vinden.
Plotseling ontspring ik, geboren, klein en kwetsbaar als een baby.
Sijpelend tussen kiezels door, ontstaat een puber-stroompje van te verwaarloze omvang. Een veelheid van eigenzinnige, kabbelende bergbeekjes voegen zich samen, men geeft mij een naam: “Levensstroom”, want dat ben ik.
Wasvrouwen boenen kleding, baadsters bedruipen hun wellustig lichaam en kinderen spetteren schaterend van pret in mij rond.
Ik bevloei vruchtbare aarde om gewassen te laten groeien.
Stroom over of onder raderen van molens, die bomen tot planken zagen en tarwe tot meel malen.
Op de dag een levensader die, gestreeld door de zon, schittert als het zilver van een eens vergane vloot. In de nacht een ruisende stroom die gestaag door het laagland slingert om water naar de zee te dragen.
Mens en dier laven zich onbegrensd aan mijn ‘eau de vie’.
Vissen zijn in hun element, aantallen nemen toe en voorzien mens en dier van voedsel. Zalmen gaan tegen mij in, tot de oorsprong waar leven en dood met elkaar stuivers wisselen.
Dan word ik een volwassen levensstroom, steden klitten aan mijn oevers. Boten varen af en aan door mijn golven gedragen.
Men spaart mij in bekkens om straten te verlichten, huizen van gemakken te voorzien en fabrieken te laten draaien.
De winter zet in, mijn souplesse verdwijnt, schaatsen kletteren op mijn vries, krakend oppervlak. Goed gemutste mensen en kinderen met dikke jassen, handschoenen en dassen kunnen hun plezier niet op.
Het duister valt, een snijdende wind jaagt huilend de stuifsneeuw over mij heen, ongenaakbaar blijf ik hieronder.
De dooi verandert mij in een onstuimig beest, schuim koppend imponeer ik een ieder die op mijn waterweg komt. Als een woeste massa raas ik langs stapels zandzaken en stoere dijkbewakers. De lente meldt zich, u kent dat wel; bloemetjes, bijtjes, stoere jongens en argeloze meisjes. Geklepper van ooievaars overstemd mijn kalmerend gekabbel rond strekdammen.
Watervogels strijken neer in uiterwaarden om de wijd opengesperde snavels van hun jongen te vullen met voedsel uit mijn schoot, wederom doe ik mijn naam: “Levensstroom” eer aan.
Aan het eind van het vlakke land, stroom ik in een schier oeverloze zee als herhalend onderdeel om het leven te laten leven.

Tekstverantwoording: Mink Out.

Lees verder