Auteur Archief

Flinterdun glas. Minks wekelijkse column 5-9-2018

Flinterdun glas. Minks wekelijkse column 5-9-2018
 
In het afzakcafé neem ik voorzichtig plaats naast Gerrit.
Onze paden kruisen elkaar, zo nu en dan, in het Haags nachtcircuit, we groeten elkaar en maken een praatje pot.
Gerrit is al jaren geleden de AOW-drempel overgestrompeld.
Zijn zwak stemgeluid en broze verschijning maken hem kwetsbaar, zo kwetsbaar dat ik bang ben deze man van glas te beschadigen.
Een gemeen hoestje verraadt de forse roker in hem, hij praat met zijn gezicht dicht op het mijne om het André Hazesgeweld het hoofd te kunnen bieden.
 
De wallen onder zijn ogen, de diepe groeven in zijn bleek gelaat en zijn golvend spierwitte haar getuigt van een bewogen leven.
Voor degene die het kan zien straalt deze markante kop wijsheid en levenservaring uit.
“Ik kom normaal om een uur of twaalf uit bed, lees een krantje, eet een eitje, half zacht, vind ik lekker, je moet toch wat eten.
Om een uurtje of drie in de middag doe ik dan meestal een hazenslaapje, daarna een beetje televisie en een makkelijke hap, tegen een uur of elf gaat het kriebelen, dan moet ik er uit voor een biertje.
Ik woon dichtbij dus ben ik er zo, neen kinderen heb ik niet, nou ja eigenlijk wel, mijn horecakinderen, ze hebben heel wat van me geleerd. Soms komt er wel eens eentje langs, zomaar of om uit te huilen.
 
Mijn hele leven in de horeca gesleten, ja gesleten, geen makkie maar je zit wel midden in het leven, altijd mensen om je heen.
Hard gewerkt maar ook veel gelachen, na de arbeid altijd nog ff wat drinken, daar ga je aan wennen.
Ik was geen horecaman maar deed ooit links en rechts wat klusjes, witten of zo, totdat er een kok ziek was en ik klaar met mijn klusje. Werd zo de keuken in gedirigeerd, ben er, als het ware, nooit meer uit gekomen. Spijt? Echt niet, geen moment!”
 
We praten, ‘schenken’ elkaar wat biertjes, knabbelen een pindaatje en roken (buiten) een peukje, kortom we krijgen waar we voor kwamen.
Mijn borreltijd is voorbij, we nemen afscheid. Ik met harde stem, hij zacht en hees, breekbaar als flinterdun glas. Ger blijft nog even, hij heeft nog niet genoeg van het broodnodig contact.
 
Tekstverantwoording: Mink Out. Meer; www.conck.nl

Lees verder

Trendy. Minks wekelijkse column 29-8-2018

 
 
Vanaf de bar hou ik een oogje op het terras, in de zon zitten, tijdens mijn werk, is te warm en steeds opstaan is ook niks.
Buiten, bij het raam, zit een gozer met zo’n hippe, antieke baard aan een tafel, Kompaan biertje voor zijn neus en zeer beleefd.
Het zou zo maar een jongen uit een sjiek modeblad kunnen zijn, hij is knap met van die kaken, trendy zonnebril, koptelefoon op zijn hoofd.
Hij zit daar best, doet niemand kwaad. Zijn rechter voet, gevat in een kekke sneaker, tikt zachtjes mee op de maat van muziek, denk ik.
Hij vermaakt zich opperbest zo met zichzelf in zijn veilige cocon.
Wat ik er van vind? Ja, t’ is wennen dat kaasstolpgedrag, totaal geen contact met de omgeving behalve met zijn ogen dan, hoewel ik dat tegelijkertijd ook weer betwijfel met al die veelheid van impulsen.
 
Plots begint hij te praten, een telefoontje (dat klinkt ouderwets). Vreemd gezicht eigenlijk, hij lacht en gebaart met zijn handen.
Het heeft iets weg van de dorpsgek van vroeger, die op straat, voor het vaderland weg, tegen dovenmansoren hele gesprekken ophing.
De reacties van voorbijgangers zijn ook niet heel anders dan toen, het staat toch raar, zo iemand die in zijn eentje voor zich uitpraat.
 
Ik denk het zijn vriendin is want zijn mimiek veranderd op slag in fluweelzacht, hij glundert van oor tot oor, ja die is smoorverliefd.
Als ik naar buiten loop omdat zijn Badgast op is hoor ik hem nog net, “tot zo” zeggen, hij gaat door met modern zijn en kijkt een filmpje.
Ineens vindt tie het blijkbaar genoeg en stopt de koptelefoon in zo’n trendy dichtvouwtas, zo één die je aan de bovenkant oprolt.
Het lijkt wel een bezoeker van een andere planeet wiens UFO straks naar het Enecodakje zigzagt en zwevend wacht totdat hij instapt. Een heel ander soort wezen dan ik, je zal mij niet met zo’n spierwitte koptelefoon op mijn knar over straat zien lopen.
 
Zo te zien is het mannen met baarden dag, er loopt er weer één het terras op, gelukkig nog een tafeltje vrij.
Huh, hij loopt op ‘Trendy’ af en zoent hem vol op de mond.
Ja, in heel mijn ‘scherpe’ observatie was me niet in mij opgekomen dat hij ook nog wel eens een vriend kon hebben.
Tjonge jonge, wat ben ik eigenlijk toch nog ontiegelijk ouderwets.
 
Tekstverantwoording: Mink Out. Meer: www.conck.nl

Lees verder

Meer.                                  Minks wekelijkse column 22-8-2018

 

We duwen de roeiboot bijna geluidloos af, en nemen beheerst evenwichtig plaats op Spartaanse houten zitplanken.

Olle, de meest geroutineerde onder ons, neemt de roeispanen ter hand en trekt de bladen, zonder al te veel reuring, met regelmatige slag door het aardedonkere water.

 

Langs de oevers, in de duistere bebossing rond dit meer verraadt een enkel lichtpunt een hut waar men op dit passend uur nog niet rust. 

Wellicht een pas getrouwd stel dat nog niet wil slapen of een gezin wachtend op de dokter omdat een van hun kinderen ziek is.

Het kan natuurlijk ook om een ouder echtpaar gaan waarvan er één de slaap niet kan vatten. Zoveel redenen kun je verzinnen, bijvoorbeeld ook dat ze gewoon vergeten zijn het licht uit te doen.

 

“Is het nog ver” vraagt Joop, mijn gemijmer spat als een zeepbel uiteen, Olle schudt nee en zet zijn bijna geruisloze roeibeweging voort.

Enkel zacht klateren van water, dat de riemen ontvalt als zij over het water scheren voor een nieuwe slag, en het daarop volgend plonsje, zijn de enige geluiden die deze nachtelijke stilte vriendelijk storen.

 

In het westen piekt een strook daglicht boven de bosrand uit omdat de zon, dit Zweeds zomers land, niet geheel aan het duister gunt.

Olle stopt met roeien en wijst ons waar we de eerste fuik moeten lichten, de spanning op het touw en bij ons neemt evenredig toe. 

 

De oude Germaanse god Freyr is ons klaarblijkelijk goed gezind.   Met emmers vol traag bewegende rivierkreeftjes keren we, wederom als dieven in de nacht, vakantie-huiswaarts, het is een goede vangst.

Een traditie in Zweden, in Augustus worden de kreeftjes meestal door mannen gevangen, door vrouwen bereid en gezamenlijk gegeten.

Er zijn er schadelijk veel dus op deze manier loopt het niet uit de hand en eet menigeen, uit het vuistje, zijn buikje rond.

 

Nu, terug in een overbevolkte Randstad, lijkt onze nachtelijke jacht op dit prachtig meer en zijn smakelijke prooi onbereikbaar ver weg.

Volgend jaar nog maar een keer,  we willen nog meer…….van dit meer.

 

Tekstverantwoording: Mink Out.                         

Lees verder

Knuffel voor Christus. Minks wekelijkse column 15-8-2018

 
 
“Vallei der Gevallenen” op z’n Spaans: “Valle de los Caídos”.
Een enorme Kathedraal, in opdracht van dictator Franco, in een berg uitgehouwen, met er op, als kers op de taart, een giga kruis.
Voor: een grotesk plein, ‘a dictators dream’ zullen we maar schrijven.
Franco gebruikte hier dwangarbeiders, voor velen hun laatste klusje.
Hier werden zijn kameraden begraven, later moesten ook zijn vijanden er verplicht bij, in een poging een plek van verzoening te creëren en wellicht ook om de nachtmerries van ons Frankie te temperen.
 
Standbeelden in groot Germaanse stijl met van die vierkante kaken en bonkige, gespierde lichamen imponeren. Als eerste een ridder rustend op zijn vervaarlijk uitziend zwaard. Na wat folderstudie blijkt het Jacobus de Morendoder voor te stellen, de toon is gezet zullen we maar schrijven. Val met mijn neus in de boter, er is een dienst gaande. De akoestiek laat het geluid galmen en het wordt een dolle devote boel, een koor zingt het Ave Maria en ik krijg zowaar (bijna) vleugels.
 
De glanzende kathedraalvloer geeft een beter aanzicht dan die van het oorlogsmuseum in Guernica, waar onder glas de stille getuigen van een alles zeggende tragedie te zien zijn zoals: een afgebroken stoelpoot, een kinderschoentje, puin, een stuk raamkozijn, scherven.
Ja Guernica, dat stadje in de Baskische bergen dat in 1936 op een marktdag plat werd gebombardeerd. Een puik wapenfeit van deze ‘Leider van Spanje bij de gratie Gods’ een titel van de kerk gekregen na een deal dat hij heel Spanje verplicht katholiek zou maken.
 
Op het voorplein zie ik mensen met de Spaanse vlag poseren, waarom?
Een diep verlangen naar nationalisme, niet mijn stroming maar ieder zo zijn ding. De Hitlergroet wordt op deze foto’ s ook regelmatig gedaan, geen omstander verbaast zich er over of zegt iets, elke dombo weet toch dat die stroming niet iets is om trots op te zijn……. toch?
Na mijn bezoek een chat naar de hoeders van de Vallei der Gevallenen: “Prachtig, alleen jammer van het verhaal er achter”.
Ik kreeg als antwoord: “Dank u, maar dit is een plek van ontmoeting en gebed. Nu hebben we een slechte tijd en we willen dat jullie allemaal voor ons en Spanje bidden. Een knuffel voor Christus”.
 
Typisch de kerk: ogen dicht en knuffelen………dan kom je er wel!!
 
Tekstverantwoording: Mink Out. Meer: www.conck.nl

Lees verder

Knuffel voor Christus. Minks wekelijkse column 15-8-2018
 
“Vallei der Gevallenen” op z’n Spaans: “Valle de los Caídos”.
Een enorme Kathedraal, in opdracht van dictator Franco, in een berg uitgehouwen, met er op, als kers op de taart, een giga kruis.
Voor: een grotesk plein, ‘a dictators dream’ zullen we maar schrijven.
Franco gebruikte hier dwangarbeiders, voor velen hun laatste klusje.
Hier werden zijn kameraden begraven, later moesten ook zijn vijanden er verplicht bij, in een poging een plek van verzoening te creëren en wellicht ook om de nachtmerries van ons Frankie te temperen.
 
Standbeelden in groot Germaanse stijl met van die vierkante kaken en bonkige, gespierde lichamen imponeren. Als eerste een ridder rustend op zijn vervaarlijk uitziend zwaard. Na wat folderstudie blijkt het Jacobus de Morendoder voor te stellen, de toon is gezet zullen we maar schrijven. Val met mijn neus in de boter, er is een dienst gaande. De akoestiek laat het geluid galmen en het wordt een dolle devote boel, een koor zingt het Ave Maria en ik krijg zowaar (bijna) vleugels.
 
De glanzende kathedraalvloer geeft een beter aanzicht dan die van het oorlogsmuseum in Guernica, waar onder glas de stille getuigen van een alles zeggende tragedie te zien zijn zoals: een afgebroken stoelpoot, een kinderschoentje, puin, een stuk raamkozijn, scherven.
Ja Guernica, dat stadje in de Baskische bergen dat in 1936 op een marktdag plat werd gebombardeerd. Een puik wapenfeit van deze ‘Leider van Spanje bij de gratie Gods’ een titel van de kerk gekregen na een deal dat hij heel Spanje verplicht katholiek zou maken.
 
Op het voorplein zie ik mensen met de Spaanse vlag poseren, waarom?
Een diep verlangen naar nationalisme, niet mijn stroming maar ieder zo zijn ding. De Hitlergroet wordt op deze foto’ s ook regelmatig gedaan, geen omstander verbaast zich er over of zegt iets, elke dombo weet toch dat die stroming niet iets is om trots op te zijn……. toch?
Na mijn bezoek een chat naar de hoeders van de Vallei der Gevallenen: “Prachtig, alleen jammer van het verhaal er achter”.
Ik kreeg als antwoord: “Dank u, maar dit is een plek van ontmoeting en gebed. Nu hebben we een slechte tijd en we willen dat jullie allemaal voor ons en Spanje bidden. Een knuffel voor Christus”.
 
Typisch de kerk: ogen dicht en knuffelen………dan kom je er wel!!
 
Tekstverantwoording: Mink Out. Meer: www.conck.nl

Lees verder

Tussenstop. Minks wekelijkse column 8-8-2018

 
 
Tussenstop. Minks wekelijkse column 8-8-2018
 
De zon brandt aan de hemel, de weg is lang, het doorwaai-motorjasje is met een nat T-shirt er onder een ware uitkomst.
Voor de eerste tien minuten dan, daarna is de koude als sneeuw voor de zon verdwenen, tegen 45 graden is niets opgewassen.
 
De benzinetank staat al te lang op zijn reservestand, het zal toch niet.
Een verroest bord langs de weg zegt: estacióm de servcio 5 km, yes!!
Een lang karrespoor kronkelt moeizaam landinwaarts, door de mindere snelheid wordt de warmte ondraaglijk, stoppen is geen optie.
Armoedig krotten, autowrakken, men ziet hem aan als een indringer, zijn groet wordt genegeerd, hij is duidelijk niet welkom.
 
Tandeloos kijkt hem, achterover leunend op zijn stoel, nietszeggend aan, “Gazolina” vraagt hij in zijn beste Spaans.
Verveeld komt tandeloos overeind en handelt provocerend traag.
Even naar binnen voor een koud drankje, terwijl hij zoekt blaast iemand van achter tegen zijn oor, hij draait zich om en verdrinkt in een paar wellustige zwarte ogen: “take me wizz you” lispelt ze.
 
Tis een mieters mooie vrouw maar hoe dan, en waarom.
“Cola zero!” (hij moet toch aan zijn lijn denken) ze maakt het flesje open en terwijl ze hem dromerig aankijkt begeleidt haar vinger tergend langzaam een druppel langs de hals, met haar tong langs kersenrode lippen, tanden die feller lijken te schitteren dan de zon .
Hij krijgt het benauwder dan zonet, ze strijkt met haar handen langs haar fantastische heupen en herhaalt hees: “take me wizz you”.
De deur vliegt open, Tandeloos!! Stinkend naar bier en zweet!!!
 
Ze verdwijnt, betalen, de Nep-Harley gaat met stille trom.
Aan het eind van de weg staat ze plots, blikken vechten een naarstige strijd tussen liefde en laten totdat de weg hem af doet buigen.
Het motorgeronk lost langzaam in het landschap op.
Een ijzige schreeuw galmt hem achterna: “TAKE ME WIZZ YOU!!!!”
Snikkend stort ze ter aarde na tevergeefse momenten van wachten.
Hij weg, zij blijft treurig……… naar een nieuwe tussenstop smachten!
 
 
Tekstverantwoording: Mink Out. Meer: www.conck.nl

Lees verder

t’ Zit diep.                           Minks wekelijkse column 1-8 -2018

t’ Zit diep.                           Minks wekelijkse column 1-8 -2018

 

2 Uur ’s-nachts, op mijn smalle Jugentstilbalkonnetje, 4 hoog voor aan straat, past net 1 stoel, tijd voor Minks column.

Gemakshalve hoop ik maar dat de San Sebastiaanse bouw en woningtoezicht onlangs nog een controlada de construccion op dit prachtig, smeedijzeren uitsteeksel heeft verricht.

Na een paar keer stampen op het vloertje zonder het geluid van vallend stucwerk, durfde ik het, met gevaar voor eigen leven, aan.

Een zomerbriesje koelt mijn, door de reis, gloeiend gezicht.

Onder mij lopen jongeren lallend voorbij, op het balkonnetje naast mij rookt de conciërge van het pand nog een peukie, hij groet me geluidloos met een hoofdknik, we gunnen elkaar deze helende rust, alhoewel de taalbarrière óók niet echt noopt tot een goed gesprekJ. 

 

Nou, het is me wel een vakantietje, heerlijke Baskische Tapas gegeten, de Basken zeggen Pintxos, het lijkt verdomde veel op elkaar maar ze vinden het beiden toch wel erg anders, net als de Basken en andere ‘Spanjaarden’ zelf: identiek maar toch heel anders.

De man waar ik tussen de ‘Tapxos’ door een gesprek mee had sprak trots: “Wat nou Spanje, ik ben een Bask”. Zo’n soort uitspraak hoorde ik jaren geleden ook van een Franstalige Belg: “Je suis un Wallon”.

Misschien met die haat en nijd stoppen, het brengt je niks en nergens. Blijkbaar zit het heel erg diep, tis makkelijker gezegd dan gedaan.

 

Aardig ritje achter de kiezen, in twee dagen op de nep-Harley van Den Haag naar hiero, was ff nodig om genoeg tijd te hebben dingen te kunnen zien. Bijvoorbeeld het stadje Guernica, dat door Adolf H. en Benito M. op verzoek van Francisco F. op een marktdag in 1937 rond het middaguur als test en pressiemiddel werd platgebombardeerd.

Deze oorlogsmisdaad is door Pablo Picasso in een abstract schilderij (dat ik later deze week in Madrid wil gaan bekijken) weergegeven.

Kijk, de ♬ko…ho…ho…ho…ning van Hispanje♬is door toedoen van Francisco F. (die niet Baskische bommengooier) op de troon gezet…….

Koning, ‘Spanjaarden’, Guernica, Basken………voelt u nu hoe diep zoiets  kan zitten?

Beter werk je aan een betere toekomst dan dat je je vastklampt aan het verleden, verzoening is daarvoor een erg goed stuk gereedschap.

 

Tekstverantwoording: Mink Out.                                   

Lees verder

De brug. Minks wekelijkse column 25-7-2019

 
 
De brug. Minks wekelijkse column 25-7-2019
 
Naast de groene golf brengt deze zomerdag voor mij de rode zee, bloed van onder mijn nagels, het éne na het andere stoplicht keert zich tegen mij, de hele woon-werkroute door.
Op de Binckhorst is het niet anders, zelfs bij de afgesloten zijstraten werken ze nog als voorheen.
Eigenlijk sta je dus voor Jaén Penís te wachten en dat stimuleert het nut en noodzaakgevoel van deze brokkenbehoeders niet echt.
 
Nou ja, ik ben een eind op weg, nog even de brug over, rechtsom, linksom en dan kan het terras open, t’ is al veel te laat.
Dan slaat het noodlot toe, de slagbomen van de brug komen omlaag, mijn wereld vergaat, heb ik dat weer, nu ben ik nog later, soms rijd ik het op mijn nep Harley in tien minuten aan, vandaag dik een half uur.
Op een tegenliggerloos linker wegdek rijd ik spook tot de brug en doe, zoals het bord zwijgend doch dringend maant, mijn motor uit.
Majestueus richt de brug zich op terwijl wij ons slaafs neerleggen bij een oeverloos wachten, ik voel me als klein duimpje bij de reus.
Ondanks ons op de walkant staan, zitten wij allemaal in hetzelfde schuitje en zijn vooralsnog mooi in de boot genomen als gedwongen ‘brugwachter’. Spiedende camera’s houden een oogje in het zeil.
 
En dan een wonder, serene rust overspoelt deze zonet nog nerveuze horde, nu is het goed, het maakt allemaal niet meer uit.
In de kier tussen weg- en brugdek glijden repen boot traag voorbij, de zon doet zijn weldadig werk, een goed excuus: de brug stond open.
Het stof daalt neer en er ontstaat zowaar een ontspannen sfeer.
We horen weer vogeltjes fluiten, een ‘brugpieper’ lummelt wat over zijn stuur, de kranten Syriër groet me, de pizza Marrokkaan met oren op zijn helm klokt zijn energydrank, het hockeymeisje whatsappt er verliefd op los, de schilder Pool rookt een sigaretje, de scootmobiel bejaarde aait een machohond, mensen praten zelfs met elkaar.
 
Dan is het gedaan, de brug daalt gestaag, een bel klinkt, slagbomen richten zich op, motoren starten, fietsers maken vaart en wandelaars zetten hun beste beentje voor om hun weg naar succes te vervolgen.
Alsof een startschot klinkt, de alles ontziende competitie dendert weer door, de vogels fluiten niet meer……toch een mooi ding zo’n brug.
 
Tekstverantwoording: Mink Out. Meer: www.conck.n

Lees verder

Lesje geleerd.            Minks wekelijkse column 18-7-2018

Lesje geleerd.            Minks wekelijkse column 18-7-2018

 

Hangend over de reling kijk ik naar beneden.

Een ieder doet zijn ding op het gemakkie, ze hebben tijd genoeg, de één wat meer dan de ander, ik heb drie weken.

 

Ik had nooit die steen moeten gooien, ga ook altijd vooraan staan, tis de schuld van ‘de wouten’ zelf, als ze wegblijven is er niets aan het handje. Voordat ik er erg in had propte twee man in burger me hardhandig in een arrestantenwagen.

De edelachtbare kende geen pardon, terecht snelrecht; zo sta je op de Noord side van het stadion en zo zit je op de noord vleugel van een niet nader te noemen huis van bewaring ergens in de provincie.

 

Geen bericht van mijn vader en moeder, daar zit ik nog het meest mee, ze zullen wel boos zijn en erg teleurgesteld, lamlul die ik ben.

En hier hang ik dan over die leuning, geen geld, niks te roken of te eten, alleen water en een ongesneden diepvriesbrood, verstrekt door de overheid bij de intake, expres? Wat ze noemen op water en brood.

 

“Heeehhhh, Ronnie”, “krijg nou wat Stanley, jij hier? Hoelang hebbie?” “Nog drie kerstbomen, ze zeggen dat ik ondeugend geweest ben, ik weet van niks, je weet toch man, zeker omdat ik zwart ben.”

“Ja, tuurlijk Stan, zat er toch aan te komen, kon nooit lang goed gaan!”

Even later zit ik in mijn cel met 2 flessen cola, 2 flessen Fanta, 2 familiezakken chips en 1 pak stroopwafels, toffe gozer die Stanley.

 

Mijn drie weken kruipen voorbij maar eindelijk sta ik toch ‘vogelvrij’, met een blauwe vuilniszak spullen over mijn schouder, buiten.

Ik probeerde mijn ouders, die nog steeds geen krimp geven, te bellen maar geen mens wilde me zijn mobieltje ff lenen.

Verloren zink ik neer op een bankje van het provinciestationnetje.

“Hoelang heb jij er op zitten” spreekt iemand me aan, “Does it show?” vraag ik hem, hij toont mij zo’n zelfde blauwe vuilniszak en we lachen, ik gebruik zijn mobiel maar het blijft ijzig stil aan de andere kant.

De sleutel in het slot en daar staat mijn moeder, ze kijkt niet boos of teleurgesteld, ze kijkt als mijn moeder, die heel veel van me houdt.

Ik storm op haar af, we knijpen elkaar zowat fijn en snikken…….. Opgelucht en mijn lesje geleerd, wat een koekwaus was ik, klaar nu!

 

Tekstverantwoording: Mink Out.                                   Meer: www.conck.nl    

Lees verder

Henk. Minks wekelijkse column 11-7-2018

 
Henk. Minks wekelijkse column 11-7-2018
 
Naast mijn zonovergoten ontbijt bij Floor verslind ik ook het 19e eeuwse, Parijse stadsleven opgediend door schrijver Emile Zola.
Naast mij, een man op leeftijd met zo’n pet, zo’n pet die dat soort mannen nou eenmaal draagt, afgezien van een enkele hipster maar die aandachtstrekker houden we onder de pet.
We wisselen geen woord, dadelijk weer beroepsmatig oreren dus nu ff niks. Als ik weg ga grap ik tegen petmans: “Volgende keer praten we wat meer!” De brug was gelegd: “ja is goed, mooie motor trouwens”.
“Ja hé” “hoe heet u eigenlijk?” “Mink” “ aangenaam, ik heet Henk”.
 
We groette elkaar dagelijks maar drongen ons niet op, totdat we weer eens naast elkaar zaten, ik begin over mijn café, Henk neemt over:
“Ik ben zowat onder de tap geboren, mijn vader had een kroeg in de oude Schilderswijk, op de eerste dag dat hij open ging kwam er een vent met een houten poot binnen. Na een aantal pilsjes kon hij niet betalen en had niets te verpanden, behalve dan…………die houten poot.
Die poot bleef spinraglang in de hoek staan treuren, we waanden de eigenaar al dood en begraven, komt hij na jaren ineens toch betalen.
Bleek dat hij bij die eerste keer op weg was voor een nieuwe prothese en zodoende mijn vader, voor een paar biertjes, pootje kon lichten.
We schaterden het uit, “Lekker ouderwets verhaal Henk, die hoor je nog maar zelden, er zijn tegenwoordig toch geen mensen meer met een houten poot, nou ja, ze laten hem in ieder geval niet meer zien”.
 
Dat is dus Henk, regelmatig te vinden bij Florencia met een bakkie en een plakkie (koffie en cake). “Neen, ik werk niet meer, mijn laatste baan was bij het schoolvervoer voor invalide kindertjes van rijke mensen, ja ook mensen met geld kunnen invalide kindertjes krijgen, 12 jaar met veel plezier gedaan, geen dag ziek, ze waren erg blij met me”.
 
Met mijn 75e moest ik stoppen, de rijkaart werd niet verlengd (zucht). Neen, ik verveel me nooit, heb een hele stapel videobanden in een doos gevonden, zoek ik allemaal uit, zat een complete tv serie tussen, van de Onedinlijn, helemaal afgekeken, prachtig.
“Henk ik schrijf verhaaltjes, vind je het goed dat ik wat over jou schrijf dan laat ik het je eerst lezen”. “Je doet je best maar, ik hoef mijn eigen verhaal niet te lezen, dat vind ik niks”. We zullen zien Henk!
 
Tekstverantwoording: Mink Out. Meer: www.conck.nl

Lees verder